Door Damien Zeller

Het is nauwelijks te bevatten: bijna een kwart van de jongeren in Nederland gelooft dat de Holocaust een mythe is (1). Dit verontrustende gegeven raakt een diepere zenuw in onze samenleving. In een tijd waarin antisemitisme weer toeneemt – met een schokkende stijging van incidenten sinds 7 oktober (2), lijkt het erop dat we falen in het doorgeven van de lessen uit de geschiedenis.

Alles begint in het klaslokaal

Als kind had ik het voorrecht een bijzondere vrouw te kennen die mij bijles gaf in Frans en Duits. Wat begon als een puur educatieve relatie, groeide uit tot een vriendschap voor het leven. Als joods meisje had zij de Holocaust overleefd. Haar verhalen over de verschrikkingen uit die tijd hebben een onuitwisbare indruk op mij achtergelaten. Ze vertelde over haar ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog, over het opkomende antisemitisme in Berlijn en Amsterdam. Over hoe ze werd gedeporteerd naar concentratiekamp Vught en later naar vernietigingskamp Auschwitz.

Op zowel mijn basisschool als mijn middelbare school deelde zij haar herinneringen met mijn klasgenoten. Deze persoonlijke verhalen waren unieke en krachtige leermomenten. De impact op mijn klasgenoten was zichtbaar; niemand had voor haar bezoek een werkelijk beeld van wat antisemitisme en de Holocaust inhielden. Maar deze persoonlijke getuigenissen zijn binnenkort niet meer mogelijk. De laatste overlevenden van de Holocaust worden ouder en de kans om deze gruwelen uit de eerste hand te horen, wordt kleiner met elk jaar dat verstrijkt.

Juist daarom is het nu belangrijker dan ooit om jongeren fysiek naar de plaatsen te brengen waar de Holocaust zich heeft afgespeeld. Een bezoek aan Auschwitz of Westerbork is geen gewone excursie; het is een noodzakelijke confrontatie met de geschiedenis die niet mag vervagen. De impact van zo’n bezoek gaat veel verder dan boeken of documentaires ooit kunnen bereiken.

Onderwijs als wapen tegen antisemitisme

De zorgwekkende stijging van antisemitisme in Nederland is een teken aan de wand. Joodse kinderen durven soms niet meer naar school zonder beveiliging. Joodse mensen voelen zich onveilig met een keppeltje op straat. Dit is een ontwikkeling die wij als samenleving niet mogen tolereren. Het is onacceptabel dat onze Joodse medeburgers, die geen enkele verantwoordelijkheid dragen voor de conflicten in het Midden-Oosten, het slachtoffer worden van haat en geweld. We moeten een duidelijke boodschap afgeven: antisemitisme heeft geen plaats in Nederland.

De recente motie van Hart voor Den Haag ‘Iedere Haagse scholier bezoekt Auschwitz of Westerbork’ (3) is een stap in de goede richting. Het doel is helder: door jongeren fysiek naar plaatsen te brengen waar de gruweldaden van de Holocaust zich hebben afgespeeld, kunnen we hen laten zien dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Maar dit alleen is niet genoeg. Het Holocaustonderwijs moet ook in het klaslokaal blijven, waar de basis wordt gelegd voor begrip en respect. Nu verhalen uit de eerste hand steeds minder beschikbaar worden, is de noodzaak van Holocausteducatie op deze manier alleen maar toegenomen.

Rabbijn Awraham Soetendorp zei het treffend bij de opening van de Week van Respect een aantal jaren geleden: “Alles begint in het klaslokaal.” Hier begint de bewustwording dat onze Joodse burgers erbij horen en een essentiële bijdrage hebben geleverd aan onze samenleving. Dit is de plek waar leerlingen leren wat haat kan veroorzaken en waarom het zo belangrijk is dat we dit bestrijden.

Een bezoek dat een blijvende indruk achterlaat

Hoewel ik Auschwitz nog niet heb bezocht, had ik het voorrecht Yad Vashem in Jeruzalem te bezoeken. Deze plek, die de herinnering aan de zes miljoen vermoorde Joden levend houdt, heeft een diepe indruk op mij achtergelaten. De lange rijen met namen, de foto’s van kinderen die nooit volwassen zouden worden en de aangrijpende verhalen van families die werden vernietigd. Geen enkel boek of documentaire kan je volledig voorbereiden op de emoties die je daar ervaart. Het besef dat mensen tot zulke daden in staat zijn, blijft je achtervolgen. Het bezoek aan Yad Vashem heeft mij laten zien hoe belangrijk het is dat we de lessen van de Holocaust blijven doorgeven.

Het college van burgemeester en wethouders in Den Haag heeft de motie van de raadsleden Richard de Mos en Rita Verdonk afgedaan en benadrukt dat antisemitisme actief bestreden moet worden. Lokale initiatieven zoals de stadswandeling door de verdwenen Joodse buurt en het project ‘Leer je Buren Kennen’ dragen bij aan dit bewustzijn. Maar Holocausteducatie moet meer zijn dan alleen geschiedenisles; het gaat om het begrijpen van de gevolgen van haat en onverdraagzaamheid. Daarom is het zo belangrijk dat leerkrachten worden ondersteund en getraind om dit gevoelige onderwerp aan te pakken en dat scholen samenwerken met organisaties die expertise hebben op het gebied van Holocausteducatie en antisemitismebestrijding. Het is onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat elke nieuwe generatie begrijpt wat er op het spel staat. Het niet bespreken van de Holocaust in de klas uit angst voor polarisatie is een ernstige fout. Het ontlopen van deze discussie voedt de valse verhalen die antisemitisme aanwakkeren. Als we deze lessen niet doorgeven, dreigen we dezelfde fouten uit het verleden te herhalen. En dat mag nooit gebeuren!
Holocaustonderwijs is meer dan een historische les; het is een morele opdracht. Het is aan ons als samenleving om ervoor te zorgen dat de gruwelen van de Holocaust nooit vergeten worden en dat begint in het klaslokaal.

Damiën Zeller is namens Hart voor Den Haag
woordvoerder (basis) onderwijs in de Haagse gemeenteraad.

(1) https://www.nrc.nl/nieuws/2023/01/25/onderzoek-bijna-kwart-van-de-jongere-nederlanders-gelooft-feiten-over-holocaust-niet-a4155225#:~:text=Bijna%20een%20kwart%20van%20de,voor%20de%20rechten%20van%20Holocaustoverlevenden.

(2) https://www.nu.nl/discriminatie/6308335/cidi-ziet-toename-antisemitisme-in-nederland-historisch-dieptepunt.html

(3)