Raadslid Carlos Martinez van Andel constateert in verschillende wijken een groot tekort aan speelplaatsen en wil van het college weten wat het hieraan gaat doen.

Op Nationale Buitenspeeldag worden er her en der in de stad voor kinderen buitenspeel-evenementen georganiseerd. Traditiegetrouw worden op de tweede woensdag in juni overal in het land en dus ook in Den Haag straten afgesloten voor verkeer, zodat kinderen zonder gevaar naar hartenlust kunnen spelen. 

De dag is tegelijk ook bedoeld om aandacht te vragen voor het veilig inrichten van straten waar kinderen kunnen spelen. Bijvoorbeeld snelheidsbeperkende maatregelen, veilige oversteekplaatsen of simpelweg meer speelruimte.

Dat laatste is wat Hart voor Den Haag raadslid Carlos Martinez van Andel betreft hard nodig.

Martinez van Andel: “Den Haag kent regels omtrent het hebben van speelplaatsen voor kinderen. Deze regels zijn opgenomen in de nota Samen Spelen. Zo heb je bijvoorbeeld verschillende soorten speelplaatsen voor verschillende leeftijdscategorieën. De leeftijdscategorieën van 0 t/m 6 jaar , 7 t/m 12 jaar en 13 t/m 18 jaar. Voor iedere categorie gelden weer andere regels met betrekking tot de maximale afstand van het huis tot de speelplaats, of er wel of niet een hek of kooi omheen moet enzovoort. Neem een wijk als Bezuidenhout als voorbeeld. Die wijk heeft recht op 37 speelplaatsen voor kinderen van 0 t/m 6 jaar. Momenteel hebben ze er maar 9. Kortom, in Bezuidenhout zouden er nog zeker 28 speelplaatsen bij moeten komen en dan hebben we het nog niet eens over de enorme hoeveelheid nieuwe woningen die er in die wijk bijkomen”.

Het Hart voor Den Haag raadslid geeft aan dat Bezuidenhout niet de enige wijk is waar speelplaatstekorten zijn. Ook in andere wijken in Den Haag zijn tekorten. 

Martinez van Andel stelt dat met de invoer van de LER (de Leefbaarheids Effecten Rapportage), een instrument waar zijn partij warm pleitbezorger van is, eenvoudig na te gaan is of het aantal speelplaatsen in wijken op orde is.

“Met 1 druk op de knop weet je meteen waar je aan toe bent en waar je als stadsbestuur dus ook moet ingrijpen. Ik begrijp wel dat de LER door het college geen graag gezien instrument is. Immers, het drukt je met de neus op de feiten en dat is nooit leuk. Maar daar hebben de kinderen geen boodschap aan, die willen gewoon kunnen buitenspelen!”, aldus het raadslid.

Lees hier onze schriftelijke vragen