Raadslid Roopram: ‘Ons voorstel wordt nu niet gesteund door het stadsbestuur!’

Op eerdere schriftelijke vragen van Hart voor Den Haag / Groep de Mos werd wel positief gereageerd door het stadsbestuur in Den Haag (1). In juni 2021 werd in Leidschenveen-Ypenburg een pilot ‘Buurtgezinnen’ gestart. Bij dit initiatief worden gezinnen die het zwaar hebben, zogenaamde vraaggezinnen, gekoppeld aan een stabiel gezin dat steun geeft, zogenaamde steungezinnen. Zo krijgen kinderen extra aandacht en worden ouders ontlast. Gezinnen maken onder begeleiding van een coördinator Buurtgezinnen afspraken over steun. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een speelafspraak, een weekend logeren of samen iets leuks ondernemen. Dit is iedere keer maatwerk.

Voorkomen van problemen

Buurtgezinnen Den Haag is succesvol, dat is duidelijk. Het zorgt ervoor dat kinderen en gezinnen minder te maken krijgen met Jeugdzorg. Zo werd een ondertoezichtstelling (OTS) ingetrokken bij een gezin met drie kinderen. Jeugdzorg heeft te maken met lange wachtlijsten voor specialistische jeugdhulp. Gezinnen met kinderen kunnen met Buurtgezinnen dan hulp krijgen van een steungezin, tijdens deze wachttijd en tijdens de behandeling van Jeugdhulp.

Motie uitbreiding pilot

Afgelopen week heeft de Haagse gemeenteraad gesproken over het raadsvoorstel Toekomstperspectief jeugd- en gezinshulp (3). Reden voor raadslid Janice Roopram om de motie ‘Uitbreiding succesvolle pilot Buurtgezinnen’ in stemming te brengen. Hierin vraagt zij om de pilot Buurtgezinnen in Q1 2022 te evalueren en een uitbreiding in te zetten in andere stadsdelen. Roopram heeft enige tijd geleden kennis gemaakt met Emmy Zuijdwijk, coördinator Buurtgezinnen.

Hart voor Den Haag-raadslid Janice Roopram: “Het is jammer dat het stadsbestuur nog niet in gesprek is geweest met Emmy. Dan zou zij ook begrijpen waarom ik deze motie heb ingediend. Natuurlijk is het fijn dat de wethouder mijn verzoek om een pilot heeft opgepakt. Wij hebben samen in de krant gestaan toen de pilot is gestart, maar nu bij aantoonbaar succes niet willen uitbreiden of evalueren, dat begrijp ik dan niet. De wethouder gaf aan de noodzaak niet in te zien om nu al de pilot te evalueren. Ook gaf ze aan dat ze na de evaluatie pas wat te vertellen zou hebben. Ze heeft wel een gesprek gehad, maar met wie is niet duidelijk. In ieder geval niet met de organisatie Buurtgezinnen zelf”.

Roopram geeft aan dat organisaties zoals het CJG, Jeugdbescherming West en het onderwijs zeer enthousiast zijn over de inzet van Buurtgezinnen. Dit in het kader van preventie. Inmiddels hebben 15 vraaggezinnen zich opgegeven en 20 steungezinnen. Ook komen er aanvragen binnen vanuit de stadsdelen Loosduinen, Escamp en Scheveningen. Roopram hoopt dat de coördinator het nog kan bij benen en anders zal ze weer aankloppen bij het Haagse stadsbestuur. “Het is onbegrijpelijk, juist nu in deze tijd zijn initiatieven als Buurtgezinnen enorm waardevol en zeer belangrijk. Buurtgezinnen is een waardevolle aanvulling op het gebied van informele zorg aan gezinnen. Het gaat hier om kinderen, dat vinden wij belangrijk”, besluit Janice Roopram.

(1) Hart voor Den Haag – Den Haag onderzoekt pilot Buurtgezinnen na raadsvragen Hart voor Den Haag, https://www.hartvoordenhaag.nl/den-haag-onderzoekt-pilot-buurtgezinnen-na-raadsvragen-hart-voor-den-haag/

(2) Schriftelijke vragen – Inzet buurtgezinnen bij overbelaste gezinnen (RIS 306848), https://denhaag.raadsinformatie.nl/modules/4/Schriftelijke%20vragen/627261

(3) Voorstel van het college inzake Toekomstperspectief jeugd- en gezinshulp (RIS 309877), https://denhaag.raadsinformatie.nl/modules/13/overige_bestuurlijke_stukken/693522