11 april 2017 Beantwoording Schriftelijke vragen Vocht- en schimmelproblematiek

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het lid De Mos (Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Vocht en schimmel zijn voor veel huurders een serieuze bedreiging van hun gezondheid. Van een belangenorganisatie (Het Ombudsteam Raad en Daad van De Volharding) heeft Groep de Mos begrepen dat het steeds vaker voorkomt dat artsen zwart op wit schrijven: ‘deze gezondheidsklachten zijn een direct gevolg van uw leefomgeving’.

1) Deelt u met Groep de Mos de mening dat het onacceptabel is dat de gezondheid van mensen wordt bedreigd door hun woonomgeving? Zo ja, hoe wilt u ervoor zorgen dat de GGD, in nauw contact met woningcorporaties, ongezonde leefomgevingen direct aanpakt?

2) Heeft u de bereidheid om met Haagse woningcorporaties een convenant op te stellen waarbij in alle Haagse huurwoningen de vocht- en ventilatiekanalen jaarlijks worden schoongemaakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u e.e.a. nader uitwerken? Graag een gedetailleerd antwoord.
Er schijnen woningcorporaties te zijn die belangenorganisaties bedreigen met juridische stappen als zij de vocht- en schimmelproblematiek blijven aankaarten.

3) Wat vindt u van zulke strapatsen? Heeft u de bereidheid om woningcorporaties hierop aan te spreken? (Groep de Mos levert u graag de nadere details)
Op dit moment zouden er vocht- en schimmelexperts in het Haagse actief zijn.

4) Hoeveel van deze experts doen er dienst en wat zijn hun resultaten? Graag een gedetailleerd antwoord.

5) Deelt u de mening dat deze vocht- en schimmelexperts onafhankelijk zouden moeten kunnen opereren? Zo ja, kunt u duiden waarom deze dan in opdracht van de gemeente Den Haag en de woningcorporaties hun werk doen? In hoeverre is hun onafhankelijkheid dan nog gegarandeerd?
Er schijnt een Japanse vezel op de markt te zijn die vocht en schimmel tegen kan gaan. Groep de Mos heeft begrepen dat zowel uw college als de woningcorporaties weigeren om onderzoek te doen naar de effectiviteit van deze vezel.

6) Kunt u duiden waarom?
7) Deelt u, tenslotte, de mening dat klachten van huurders pas opgelost zijn als de huurder tevreden is over de afhandeling? Zo ja, hoe gaat u deze ‘mindset’ in de praktijk brengen?
Richard de Mos