17 september 2019 Beantwoording Schriftelijke vragen verkoop sociale woningen Vestia
Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het lid de Blok (Hart voor Den Haag/Groep de Mos) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.
De uitverkoop van sociale huurwoningen van corporatie Vestia leidt in sommige gemeenten – zoals Brielle en Barendrecht – tot een nijpend tekort aan betaalbare huizen. Daarom moeten deze woningen niet worden verkocht op de vrije markt, maar snel worden overgenomen door andere woningcorporaties. Dat concludeert de voormalig Rotterdamse wethouder Hamit Karakus, inmiddels directeur van kenniscentrum Platform 31. Hij is door de minister gevraagd om een oplossing te vinden voor de ‘volkshuisvestelijke problemen’ die zijn ontstaan in met name Barendrecht, Bergeijk, Brielle, Pijnacker-Nootdorp, Westland en Zuidplas.
1). Kan bovenstaand probleem (*) ook de Haagse Sociale woningmarkt negatief beïnvloeden? Zo ja, in welke mate? Zo nee, waarom niet?
2). Hoe verlopen de gesprekken in de Haagse woningmarkt regio over de realisatie van sociale huurwoningen?
3). Hoeveel sociale huurwoningen zijn er in de afgelopen jaren verkocht door corporaties en hoe verhouden deze cijfers zich tot andere (grote) steden in Nederland?
Heeft het college aanleiding om te veronderstellen dat Vestia ook in Den Haag sociale huurwoningen op de markt wil brengen? Zo ja, wat vindt het college hier van?
(*) https://www.ad.nl/rotterdam/advies-stop-uitverkoop-van-sociale-huurwoningen-vestia~a7325939e/
William de Blok
Hart voor Den Haag/Groep de Mos