Overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Constant Martini (Hart voor Den Haag) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Uit de diverse begrotingstoelichtingen en jaarstukken van de accountantsdienst, w.o. gemeentelijke jaarrekening 3,1 bedrijfsvoeringsparagraaf, kopje Communicatie en Citybranding, komt een beperkt beeld naar voren van wat er zoal met het geld en menskracht voor promotie, publieksvoorlichting en communicatie gedaan wordt.

De beantwoording van de schriftelijke vragen inzake de stadskrant en de voorlichting, kan opgevat worden als een ambtelijke schoffering van een raadslid. (schriftelijke vragen Stadskrant en Voorlichting  RIS 312364 ) Het neemt in ieder geval de indruk niet weg dat de voorlichtingsactiviteiten stuurloos zijn en een gebrek aan management lijkt te kennen. Opmerkelijk in de beantwoording is dat men in staat lijkt om met een aantal van 44. fte al het werk te doen ( algemene voorlichting, promotie, communicatie intern en naar publiek, de decentrale voorlichters bij de SDK en diensten, de woordvoerders en voorlichters van het college, griffie en raad e.d. DTP, redactiewerk, advertentiebeleid, productie, informatievoorziening via de sociale media, de persrelaties met msm en sociale media.) Bravo.

Op een aantal ambtenaren van 8.422 FTE (2021) is 44 fte’s een 0,5 % Dit aantal wordt binnen en buiten het Spui, slecht herkend. Het budget en de externe uitbestedingen, inschakeling van ZZP’ers blijft overigens onzichtbaar.

Wij hebben niet het volledige overzicht van de waaier van alle voorlichtingsactiviteiten in de breedste zin. Laat staan dat er enig zicht is op de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de voorlichtingsuitgaven. Waarom doet de gemeente een voorlichtingsactiviteit en wat is het doel wat bereikt moet worden met welke inzet van middelen. Uit de gemeentelijke jaarverslagen viel dit niet op te maken. Uit de beantwoording van mijn eerdere schriftelijke vragen nog minder.

Onder verwijzing naar het desbetreffende artikel van het Reglement van Orde alsmede naar artikel 155 van de Gemeentewet leg ik de volgende vragen ter beantwoording aan het college voor;

1. Kan het college mededelen of er een integraal voorlichtingsbeleid is en zo ja of daarover actuele beleid- of uitvoeringsnota’s zijn?

2. Is het mogelijk dat het college op basis van het bestaande beleid over de diverse onderdelen van voorlichting, promotie en communicatie zoals in de inleiding bedoeld kan aangeven de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze activiteiten. Bijvoorbeeld het nut van de stadskrant? Inzet van advertenties en videofilmpjes, videopresentaties etc.

3. Kan het college aangeven hoeveel ambtenaren en externen zich bezighouden met deze activiteiten. En hoeveel ambtenaren tot overhead gerekend moeten worden en hoeveel er bij de uitvoering effectief betrokken zijn. Overzicht van de uitbestedingen aan welke bedrijven en ingeschakelde ZZp’ers.

4. Wil het college een integrale publieksvoorlichting en communicatieplan voor de komende jaren maken met daarbij de behorende inzet van middelen, inbesteden en externe opdrachten? Extra aandacht voor de doelmatigheid, kwaliteit van het management en de doeltreffendheid.

5. Wil het college de huidige stand van zaken updaten en dit spoedig melden zodat de voorlichtingsactiviteiten en inzet van middelen (geld en mankracht) een rol kunnen spelen bij de afwegingen in het raadsdebat in het kader van de bezuinigingen die in de begroting 2023 aan de orde zijn.

6. Kan het college ervoor zorgen dat in de jaarlijkse Programmarekening en jaarverslag een overzichtelijke verslaglegging staat van de doelmatigheid, kwaliteit en doeltreffendheid van de gemeentelijke voorlichting en communicatie?

Constant Martini
Hart voor Den Haag