30 juni 2021 Beantwoording schriftelijke vragen bouwplan PTT gebouw Fahrenheitstraat

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stellen de leden de Blok en Meinesz (Hart voor Den Haag/ Groep de Mos) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad. 

Op 14 mei 2020 is door de Koninklijke Haagse Woningvereniging van 1854 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het gedeeltelijk slopen en veranderen van het kantoor in de Fahrenheitstraat 335 en naast de woning in de Amperestraat 44 tot 43 appartementen. 

1) Is het college bekend met de weerstand vanuit bewoners tegen dit plan? 

In 2018 is een beginselplan ingediend. Begin 2019 een aanvraag omgevingsvergunning. In april 2020 wordt er over geschreven in het wijkblad Konkreet nieuws. Op 11 september 2020 is de eerste bewonersbijeenkomst gehouden.   

2) Hoe reflecteert het college op de bovenstaande tijdlijn? 

3) Wat was de inhoudelijke reactie van de gemeente op het ingediende beginselplan? 

4) Hoe reflecteert het college op het gegeven dat ruim 2 jaar nadat het beginselplan is ingediend, er een bewonersbijeenkomst is gehouden? Graag een toelichting  

5) Is het college het ermee eens dat de bewonersbijeenkomst gezien het moment dat deze is gehouden niet kan hebben gediend om de omgeving bij de planvorming te betrekken, maar is geïnitieerd om bewoners op de hoogte te brengen van een afgebakend plan? Zo neen, waarom niet? 

In de ‘Handreiking communicatie particuliere bouwinitiatieven’ staat dat wanneer de gemeente het initiatief kansrijk acht het moment is aangebroken om de communicatie met de omgeving en met de belanghebbenden op te starten. Om te inventariseren hoe de omgeving op uw initiatief reageert en te peilen of er draagvlak is, is het van belang is om (direct) belanghebbenden in een vroegtijdig stadium te informeren. 

6) Is het college van mening dat de initiatiefnemer voldoende gevolg heeft gegeven aan bovenstaande passage uit de handreiking? Graag een toelichting.

Boven genoemd bouwplan bevind zich buiten de in het coalitieakkoord genoemde intensiveringsgebieden. Hierover is in het coalitieakkoord het volgende afgesproken: ‘We voegen alleen woningen toe in wijken (verdichten) die daar beter van worden. Dit doen we in nauw overleg met de bewoners’.   

7) Is het college het met de vragenstellers eens dat het project buiten de intensiveringsgebieden zoals aangewezen in het coalitieakkoord ligt? Graag toelichting 

8) Dit zou betekenen dat er op deze plek alleen ruimte voor bouw- of vervangingsprojecten is die passen bij de bestaande bouwstijl en in de bestaande omgeving. Hoe beziet het college in dat licht de plannen? 

9)  Is het college het met de vragenstellers eens dat het project niet past binnen de wens van het college om op zgn. ‘postzegelgebieden’ geen bouw- of vervangingsprojecten meer toe te staan en dat dit ook meerdere malen door de raad is bevestigd door het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen (zoals bij Villa Paulowna en de Vijzelstraat)? Hoe beziet het college in dat licht de plannen? 

10) Is het college het er mee eens dat de wijk op deze locatie verdichten met 43 woningen niet bijdraagt aan verbetering? Zo neen, waarom niet? 

11) Is het college het er mee eens dat er geen sprake is van nauw overleg met bewoners over de planvorming van dit bouwplan? Zo neen, waarom niet? 

Omwonenden zijn een handtekeningenactie gestart om het bouwplan te stoppen. 

12) Is het college het ermee eens dat participatie voor dit project gefaald heeft? Zo neen, waarom niet? 

Het bouwplan is aantoonbaar in strijd met de regels van de ruimtelijke ordening, gezien de overschrijding van de maximale bouwhoogte. Het college heeft er echter voor gekozen om medewerking te verlenen aan dit bouwplan door middel van het verlenen van een ontheffing middels de zogenoemde kruimelgevallenregeling zoals opgenomen in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Uitgangspunt voor het college hierbij is dat de bouwhoogte voorstelbaar is op deze locatie, omdat de omliggende panden dezelfde bouwhoogte hebben. Daarnaast zijn er geen grote afwijkingen van de huidige situatie, het pand aan de Fahrenheitstraat blijft voldoende herkenbaar. 

Door het toestaan van een hogere bouwhoogte krijgen omwonenden minder lichtinval en verminderd hun uitzicht. 

13) Hoe kijkt het college in dit licht aan tegen het coalitieakkoord waarin staat dat verdichting alleen wordt toegestaan in wijken die daar beter van worden? 

Het Valkenboskwartier is na de Schildersbuurt, Transvaalkwartier en Rustenburg- Oostbroek de meest verdichte wijk van Den Haag. 

14) Is het college het er mee eens dat juist de meest verdichte wijken van Den Haag ontzien moeten worden voor bouwplannen die bijdragen aan verdere verdichting? Zo neen, waarom niet? 

Conform het bestemmingsplan ‘Parapluherziening (fiets)parkeren’ is op basis van de parkeernormen en de berekeningsmethode zoals opgenomen in de Nota parkeernormen Den Haag en de meest recente wijzingen hiervan de parkeerbehoefte voor motorvoertuigen berekend. Er is sprake van een sloop- nieuwbouwsituatie van kantoor naar wonen. De parkeerbehoefte bedraagt afgerond 30 parkeerplaatsen op het maatgevend moment avond-nacht. De parkeereis is daarmee vastgesteld op 30 parkeerplaatsen, waarvan 17 voor bewoners en 13 voor bezoekers. De parkeerdruk binnen de voorgeschreven loopafstand ligt in de huidige situatie hoger dan 90%. Het is niet wenselijk als gebruikers de openbare parkeerplaatsen belasten, nu de aanvraag niet voorziet in parkeerplaatsen op eigen terrein. 

15) Is het college het er mee eens dat door het ontbreken van 13 bezoekers parkeerplaatsen de druk op de openbare ruimte zal toenemen? Zo neen, waarom niet? 

De gulden middenweg is het omzetten van het oude PTT gebouw aan de Fahrenheitstraat naar woningbouw voor starters en de overige gronden gebruiken voor (fiets)parkeren op eigen terrein en de resterende ruimte een invulling te geven waar in de wijk behoefte aan is zoals bijvoorbeeld een openbare binnentuin. 

16) Is het college bereid om zich samen met de buurt in te zetten voor de gulden middenweg en participatie met de omwonenden als uitgangspunt te nemen? Zo neen, waarom niet?