22 februari 2022 Beantwoording Schriftelijke vragen Nieuwbouwplannen Middin Binnenklingen

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het lid de Blok (Hart voor Den Haag/ Groep de Mos) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Op 26 juli 2021 heeft Hart voor Den Haag / Groep de Mos acht vragen gesteld over bouwplannen van Middin op de locatie Binnenklingen (RIS 309773). Het college heeft de vragen op 5 oktober beantwoord.

Er zijn inmiddels 2 inloopavonden georganiseerd door Middin. De bewoners van de Buitenklingen vinden dat Middin niet naar hun luistert en voelen zich niet serieus genomen.

1) Is het college bekend met deze klachten van de bewoners van de Buitenklingen?

Tijdens de laatste inloopavond begin december waren er geen vertegenwoordigers van de gemeente aanwezig.

2) Klopt het dat er bij de laatste inloopavond geen vertegenwoordigers van de gemeente aanwezig waren?

De bewoners van de Buitenklingen beklagen zich er over dat Middin tijdens de laatste informatieavond klachten en opmerkingen afschuift naar de gemeente.

3) Is het college het er mee eens dat bij informatieavonden ook vertegenwoordigers van de gemeente aanwezig moeten zijn? Zo neen, waarom niet?

In de eerder gestelde schriftelijke vragen antwoordde het college op vraag 8 (Is het college bereid om er zorg voor te dragen dat er een gedegen participatietraject gevolgd word waarbij de bewoners mee denken over de verkaveling en hoogte van de gebouwen in het plangebied dat Middin wil her ontwikkelen? Zo neen, waarom niet?)

‘Participatie is een verplicht onderdeel van het PUK-traject, in het traject voor de herontwikkeling van de Middin locatie vindt participatie plaats. De ontwikkelaar is in gesprek met de omwonenden over het plan, op basis van de input uit deze gespreken worden de kaders waar nodig aangescherpt.’

4) Kan het college aangeven waar de kaders tot nu toe zijn aangescherpt? Zo neen, waarom niet?

5) Wil het college er bij Middin op aandringen dat zij de zorgen en wensen van de bewoners van de Buitenklingen voldoende meewegen in de planvorming? Zo neen, waarom niet?