9 februari 2016 Beantwoording Schriftelijke vragen Gebiedsverbod: proportioneel en hoe handhaven?

 

Volgens art 30 van het Reglement van orde stelt ondergetekende de volgende vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

1. Is het juist dat het opleggen van een gebiedsverbod niet mag leiden tot verstoring van het gezinsleven van de persoon aan wie dat verbod is opgelegd? Zo neen, waarom niet?

2. Een gebiedsverbod heeft o.a. tot doel om eerder vertoond ongewenst gedrag te voorkomen. Hoe wordt bepaald en op wiens advies welk gebied dat precies is?

3. Is makkelijke handhaving van het verbod een uitganspunt bij het vaststellen van een gebied? Welke uitgangspunten worden gehanteerd?

4. Wordt bij de bepaling van dat gebied rekening gehouden met belangen van de persoon aan wie dat verbod wordt opgelegd? Voorbeelden van belangen kunnen zijn: hoe bereik ik mijn werk, kan ik mijn familie bezoeken, kan ik nog dagelijkse boodschappen doen enz?

5. Waar begint het gebied dat niet mag worden betreden als de woning van betrokkene in dat gebied ligt? Bij de voordeur, bij de trappen van een portiek, het portiek zelf en de straat zelf waar het portiek eindigt?

6. Wanneer een gebiedsverbod wordt overtreden en de persoon wordt aangehouden, is het regel dat bij gebrek aan celruimte de verdachte een hele nacht in een politiebusje wordt vastgehouden? Waarom wordt deze dan niet naar een ander bureau overgebracht?

7. Is het regel dat aangehouden personen na een nacht worden heengezonden zonder toelichting. Zo neen, wat is dan wel de procedure?

7 januari 2016

Lex Kraft van Ermel

Groep de Mos / Ouderen Partij