Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Sinds januari 2025 zijn honden zijn niet langer welkom in het Haagse stadhuis. Hoewel er altijd een verbod gold, werd dit onder burgemeester Krikke versoepeld. Nu is de handhaving plotseling aangescherpt. Hart voor Den Haag wil graag weten waarom dit nodig is.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Bom en Martini de volgende vragen:

  1. Herkent het college de geschetste situatie in de inleiding? 

  2. Wat is de specifieke reden om bezoekers en medewerkers van het stadhuis te verbieden een huisdier mee naar het werk te nemen? Kan het college een inhoudelijke en onderbouwde motivatie geven, waarbij het argument “het mag niet van de gebouwbeheerder” of “gewoon omdat het niet mag” als onvoldoende wordt beschouwd?

  3. Waarom zou een onderlinge afspraak binnen een afdeling, gang of kamer niet kunnen volstaan om te bepalen of een medewerker zijn of haar huisdier kan meenemen? Zijn er specifieke bezwaren die dit onmogelijk maken?

  4. Acht het college het verbod op huisdieren in gemeentelijke locaties, zoals het stadhuis of stadsdeelkantoren, bevorderlijk voor de dienstverlening aan de burger? Zou een flexibeler beleid niet juist bijdragen aan een gastvrijere en toegankelijkere omgeving?

  5. Is het college op de hoogte dat vervoersmaatschappijen zoals de HTM, huisdieren toestaan in het openbaar vervoer zonder extra kosten? Acht het college dit een voorbeeld van klantvriendelijkheid en goede dienstverlening?

  6. Is het college bekend met de vele onderzoeken en rapporten die wijzen op de positieve effecten van huisdieren op de werkvloer? Zo ja, hoe weegt het college deze inzichten bij het bepalen van het beleid omtrent huisdieren in het stadhuis?

  7. Het raadslidmaatschap is een parttimefunctie waarin actualiteiten soms een onverwacht bezoek aan het stadhuis vereisen. Ziet het college in dat het verbod op huisdieren een onnodige belemmering vormt voor raadsleden om optimaal te functioneren? Was dit een bewuste keuze bij het vaststellen van dit beleid?

  8. Is het college bereid om een regeling te treffen waarbij:
    – Bezoekers in publieke ruimten zoals het atrium onder bepaalde voorwaarden huisdieren mogen meenemen?
    – Medewerkers, in overleg met collega’s, huisdieren kunnen meenemen naar het werk?
    – Raadsleden op de ‘politieke gang’ op de derde etage hun huisdieren mogen meenemen, eventueel met gebruik van de goederenlift?

Coen Bom en Constant Martini
Hart voor Den Haag