2 juli 2013 Beantwoording Schriftelijke vragen Curator spreekt gemeente tegen.

In beantwoording op Piervragen van Groep de Mos is de gemeente Den Haag klip en klaar: ‘Het kan niets, het wil niets en het doet niets’. In De Posthoorn van 5 juni jongstleden was de eigenaar van pannenkoekenrestaurant De Pier in het artikel ‘Kermis op de Pier!’ duidelijk: ‘Er moet deze zomer iets gebeuren. De Pier is nog altijd 365 dagen een publiekstrekker, maar veel mensen denken dat er niks meer te beleven valt omdat de De Pier in de verkoop staat.

Een kermis of kunstevenement zou goed zijn’. Groep de Mos pakte deze noodkreet op en vroeg het stadsbestuur om deze zomer een publiekstrekker van formaat te organiseren om zo de overgebleven ondernemers een steuntje in de rug te geven en De Pier op een positieve manier in het nieuws te brengen. De Mos: ‘Het antwoord van het stadsbestuur was bedroevend. Het kan niets, het wil niets en het doet niets. Laat Mar ‘Niks’ Norder nu nooit meer zeggen dat hij De Pier een icoon vindt, want bij iedere suggesties om er in samenspraak met de curator wat van te maken, geeft hij niet thuis’. De anti-pierhouding van het stadsbestuur is opmerkelijk daar curator Marc Uddink vorige week het volgende stelde: ‘Ik heb de heer  De Mos hoog zitten en hij mag op bezoek komen. En overigens wacht ik nog op zijn glazen huis, De heer De Mos heeft het plan opgevat een soort glazen hui op de Pier neer te zetten. Ik vind dat een prachtig initiatief, waar ik naar uitzie’.

Deze uitspraak staat haaks op de kille reactie van het stadsbestuur, welke zegt ‘niets’ in het inzamelplan te zien. ‘Ik begin mij echt af te vragen hoe serieus de bestuurders in het IJspaleis De Pier voor Scheveningen willen behouden, zeker nu blijkt dat het overleg tussen gemeente en curator als een wassen neus valt te betittelen, daar zij beide anders op voorstellen van Groep de Mos reageren’, aldus een teleurgestelde Richard de Mos.Hieronder de beantwoording op de schriftelijke vragen van Groep de Mos:

Gemeente Den Haag

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid de heer R. de Mos

sv 2013.275

RSI 259903

Regnr. DSO/2013.876 Den Haag, 2 juli 2013

Inzake: Curator Pier

De gemeenteraad

Het raadslid de heer R. de Mos heeft op 6 juni 2013 een brief met daarin acht vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Vragen van het lid De Mos (Groep de Mos) aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad

1. Bent u bekend met de berichten ‘Alle huurders weg van Pier’(1), ‘Ondernemers vertrekken van verpauperde Pier?’(3)
Ja.

2. Deelt u de mening dat de overgebleven ondernemers niets te verwijten valt aangaande het faillissement van de Pier? Zo ja, deelt u dan ook de mening dat zij niet in opdracht van de curator hun biezen moeten pakken?
Het college kan geen uitspraak doen over individuele ondernemers. Daarnaast is het college van mening dat eventuele beëindiging van de huurcontracten een zaak is tussen verhuurder – in de geval de curator – en de verschillende huurders.

3. Heeft u bereidheid om zo snel mogelijk met de curator om de tafel te gaan en het volgende met hem te bespreken?
– Waarom wordt de veiling steeds uitgesteld?
– Hoe te realiseren dat huidige huurders, die willen blijven, kunnen blijven op de Pier. Zo neen, kunt u duiden waarom u niets doet om de overgebleven ondernemers te helpen en kunt u uitleggen waarom u zo geduldig bent met deze curator, die de veiling voor zich uitschuift en de overgebleven ondernemers lastig valt met een uitsterfbeleid?
Er vindt met enige regelmaat op ambtelijk niveau overleg plaats tussen gemeente Den Haag en de curator voor de Pier. In het laatste overleg is door de curator aangegeven dat de veiling wordt gehouden op 24 september 2013.

Daar de gemeente hier geen formele positie heeft zal het college zich niet mengen in een relatie tussen verhuurder en huurder.
4. Deelt u de mening dat, zeker nu de veiling van de Pier wordt uitgesteld, de overgebleven ondernemers op de Pier een steuntje om de rug kunnen gebruiken?
Zoals hiervoor al gemeld treedt de gemeente niet in de relatie tussen verhuurder en huurder.

5. Heeft u de bereidheid om als gemeente een publiekstrekker van formaat op de Pier te organiseren, zodat de Pier weer eens positief in het nieuws komt en waarmee bezoekers richting Pier worden getrokken, hetgeen goed is voor de overgebleven ondernemers? Zo neen, waarom niet?
Nee, de gemeente is geen organisator van commerciële publieksevenementen. Dergelijke evenementen worden aan particuliere initiatiefnemers overgelaten. Het organiseren van evenementen op de Pier kan overigens alleen met instemming van de curator plaatsvinden.

6. Is een beeldententoonstelling a la Lange Voorhout een optie voor de Pier of bent u anderszins bereid om kunstenaars te vinden die op de Pier hun werken tentoon willen stellen? Zo neen, waarom niet?
Zie antwoord bij vraag 5.

7. Heeft u de bereidheid om, samen met Scheveningen Marketing, te onderzoeken of er jaarlijks Jazz Festival kan worden gehouden met De Pier en De Boulevard als speellocaties voor de diverse muzikanten? Zo neen, waarom niet?
Een initiatiefnemer van een evenement wordt verzocht contact te op te nemen met het kenniscentrum evenementen. In overleg met de medewerkers van dit kenniscentrum wordt bekeken of organisatie van een dergelijk jaarlijks terugkerend evenement haalbaar is. Uiteindelijk wordt het voorstel voorgelegd aan de onafhankelijke Adviescommissie Evenementen. Zij adviseert het college hierover.

8. Bent u in staat om daarnaast een kleinschalige evenementen, zoals een rommelmarkt op de Pier te organiseren, zodat deze weer een positief in het nieuws komt? Zo neen, waarom niet?
Nee, zie antwoord bij vraag 5.

Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester,

mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

(1) ‘Alle huurders weg van Pier”, Telegraaf, 5 juni 2013

(2) ‘Kermis op de Pier’, De Posthoorn

(3) ‘Ondernemers vertrekken van verpauperde Pier’, Omroep West, 6 mei 2013