Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid De Mos de volgende vragen:
- Hoeveel principeverzoeken voor hoteltransformaties of short-stayprojecten heeft de gemeente sinds 2020 ontvangen en wat is de gemiddelde afhandelingstijd van deze verzoeken? Graag uitgesplitst naar afgehandelde, nog lopende en door initiatiefnemer(s) ingetrokken aanvragen.
- Kan het college uitleggen op welke juridische en beleidsmatige grondslag de norm van 70 procent bezettingsgraad over twee jaar als voorwaarde voor nieuwe hotelkamers is gebaseerd?
- Klop het dat de bezettingsgraad wordt berekend op basis van de gegevens van slechts 25 hotels? Hoeveel hotels telt Den Haag?
- Hoe vaak is sinds 2020 een formele vergunningaanvraag voor hoteltransformatie ‘buiten behandeling’ gesteld en in hoeveel gevallen is dit gebeurd nadat door de gemeente om aanvullende informatie is gevraagd? Graag een overzicht van deze situaties, inclusief gemiddelde duur van de verlenging.
- Is het college zich bewust van het signaal dat haar eigen procedures – in combinatie met het ontbreken van wettelijke termijnen voor principeverzoeken – kunnen worden ervaren als al dan niet bewuste vertragingstactiek of ontmoedigingsstrategie? En hoe voorkomt het college dat deze werkwijze leidt tot rechtsongelijkheid en kapitaalvlucht van serieuze investeerders?
- Waarom kiest het college ervoor om gereguleerde hoteltransformaties via langdurige procedures te beperken, terwijl tegelijkertijd (illegale of semilegale) particuliere short-stayverhuur, met vaak overlastklachten, relatief ongemoeid blijft?
Richard de Mos
Hart voor Den Haag