Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van orde stellen de leden Constant Martini, Carlos Martinez van Andel, Coen Bom (Hart voor Den Haag) de vervolgvragen op de vragen RIS3145638 en RIS312872 aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Naar aanleiding van de raadsbehandeling van 30 maart 2023 en de late beantwoording van de vragen d.d. 29 maart 2023, RIS314638, stellen wij nadere vragen.

1. Kan het college mededelen hoeveel of hoe hoog de stikstofdepositie in Den Haag in totaal is?

2. Kan het college mededelen hoeveel depositie er per Hagenaar op basis van de bevolkingscijfers van 2022 is? 

3. Kan het college aangeven hoeveel de totale stikstofdepositie zal toenemen als de cijfers en doelstellingen van het college gehaald worden, zoals in het Ambitiedocument omgevingsvisie Den Haag 2050 is neergelegd? Te weten 4.000 a 4.500 woningen per jaar en 4 a 5.000 inwoners per jaar erbij. In het bijzonder de toename en hoeveelheden in de jaren 2027, 2030, 2040, en 2050?

4. Kan het college aangeven met hoeveel de stikstofdepositie zal verminderen als alle maatregelen die in RIS 314.075 staan volledig worden uitgevoerd?

5. In de beantwoording van de vragen van 29 maart is een bijlage toegevoegd die geen enkele relevante informatie vervat, waarom heeft het college deze non info toegezonden?

6. “Ammoniakemissie door de mens” het bijgevoegde rapport van E. Buijsman behandeld alleen de uitstoot van zweet en uitgeademde lucht en de uitstoot van urine is “onbeduidend”, leidt tot de vraag wat voor andere elementen bijdrage aan de stikstofdepositie.? Bovendien is dit stuk gebaseerd op opvattingen en onderzoek uit de jaren 70 en 80.

7. Elke nieuwe inwoner heeft een auto of deelauto of een elektrische fiets dat zal wel effect hebben op de depositietoename per Hagenaar, kan  het college daarover een prognose geven?

8. Verder kan het college aangeven hoeveel het effect is van de menselijke ontlasting zoals ze dat wel kan bij honden en katten?

9. Ook het gebruik van voedsel – een mens moet tenslotte eten – heeft natuurlijk een effect, kan dat in een stikstofneerslaghoeveelheid worden aangegeven.

10. Het warmer worden van de aarde heeft in Den Haag ook tot gevolg dat er steeds meer elektriciteit nodig is voor de airco’s. Dat proces is nu al aan de gang heeft het college al enige beleidsgedachten over hoe deze toename op te vangen in het bijzonder de toename van de stikstof?

11. Ook in het Ambitiedocument staat dat er niet meer groen aan de stad wordt toegevoegd; eerder kan er gevreesd worden dat de vervanging van echt groen door groen op de daken een vermindering zal plaatsvinden en de bijdrage van “groen” aan vermindering van stikstofdepositie door de bouw van zoveel tienduizenden woningen, graag specifiek antwoord?

12. In de Raadsvergadering van 30 maart werd door het college tijdens het debat over het actualiteitendebat van DENK werkzaamheden Vaillantlaan, gemeld dat de aanleg van de WarmtelinQ in augustus 2023 een aanvang zal nemen. Kan het college aangeven op basis van welke vaststaande gegevens deze uitspraak gedaan wordt? Immers het college is bekend dat er een behandeling van de WarmtelinQ en de afgifte van een aanlegvergunning voor de Raad van State aan de orde is?

13. Is het college met vragenstellers eens dat het toevoegen van een massale hoeveelheid nieuwbouw binnen de bestaande grenzen en het instromen van bijna 100.000 nieuwe inwoners, er minder groen voor de Hagenaars zal zijn, minder leefruimte per Hagenaar omdat de ruimte intensief volgebouwd zal worden en dat er meer stikstofdepositie zal zijn?

Zo niet, graag een beargumenteerd antwoord en graag in ieder geval antwoord over de stad zelf?

14. Uit de beantwoording van de vragen blijkt dat het college het eens is met het feit dat Rotterdam de grootste bijdrage levert aan de stikstofdepositie in Den Haag, verder blijkt dat Rotterdam zijn bedrijfsleven een voordeel geeft door geen CO2 belasting te heffen op de CO2 uitstoot van vervuilende bedrijven en dat dit een negatieve prikkel is om de vervuiling van fossiel havenafval aan te pakken waardoor vervolgens dit water in de WarmtelinQ gepompt wordt en dat de bewoners en bedrijven in Den Haag bij afname van dit kokende vervuilde warmtewater wel de hoofdprijs betalen. Kan het college aangeven hoe bewoners die op de WarmtelinQ aangesloten gaan worden (daar vervolgens 30 jaar aan vast zitten) en principiële bezwaren hebben tegen de (fossiele) opwekking van dit warmtewater, niet verplicht zullen worden om warmte te gaan afnemen afkomstig van WarmtelinQ?

15. Heeft het college een opvatting waarom zij het stadhuis niet meer volledig op de stadsverwarming heeft aangesloten maar zelf op een decentrale energievoorziening heeft aangeschaft.?

Volgens de gemeente Houten leidt het gebruik van het warmtenet met het huidige tarief tot hogere maandlasten, ondanks het prijsplafond voor energie. „Onze inwoners die aangesloten zijn op het warmtenet van Eneco worden daardoor geraakt”, zegt wethouder in Houten Paul van Ruitenbeek. „Wij willen graag weten waar deze tarieven op zijn gebaseerd én horen wat de mogelijkheden voor verlaging zijn. We willen dat deze inwoners ook tegen een betaalbaar tarief hun woning kunnen verwarmen. Dit in een brandbrief aan Eneco over onvrede hoge stadsvertwarmingstarieven 21 februari 2023.

16. In eerdere schriftelijke vragen (Winst in Den Haag houden en Monopolie Eneco)

heeft Hart voor Den Haag er op gewezen dat de hele opbouw van de investeringen van de WIQ/Gasunie en de tarifering van Eneco tot nog hogere energieprijzen voor de arme wijken zal leiden. De reactie van het Groen Links collegelid was dat hij er niks aan kon doen en dat de armen in Zuidwest er tegen die tijd maar mee om moeten gaan. Voor het college was er in ieder geval geen aanleiding om bezwaar te maken tegen de aanleg van de WarmtelinQ en verder het monopolie van Eneco intact te laten. Nu deze brandbrief van die gemeente Houten door Den Haag gesteund cq onderschreven is, is er dan sprake van een wende in de opstelling van het college en wil het zich alsnog hard opstellen tegen de Japanse commerciële multinational Mitsubishi en zijn werkmaatschappij Eneco en provincie Zuid-Holland?

Zo niet, waarom niet? Zo niet, acht het college dit een juiste manier om de belangen van 100.000 inwoners in Zuidwest te dienen.

Zo niet acht het college een verdubbeling van het warmtetarief een relevant mogelijkheid?

17. Kan het college een vrije keuze garanderen voor de inwoners die verplicht worden aangesloten op de stadsverwarming van de commerciële monopolist Eneco?

Zo ja hoe ziet hij dit mogelijk worden en welke alternatieve systemen zijn dan voorhanden met name voor huurders van sociale woningen betaalbaar aan zijn warmte-energie laten komen.

Constant Martini, Carlos Martinez van Andel, Coen Bom
Hart voor Den Haag