Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van orde stelt het lid Bom (Hart voor Den Haag) de volgende vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad:

1.     Is het college bekend met de problematiek van het verenigingswezen, waarbij veel leden per 1 januari in de problemen komen door de gewijzigde parkeerregelingen en de daarbij behorende kosten? Zo niet, dat is wel zo.

2.     Deelt het college de mening dat zang-, dans en/of toneelverenigingen belangrijk zijn voor de sociale cohesie in de stad? 

3.     Is het college met Hart voor Den Haag van mening dat er per geval uitzonderingen mogelijk zouden moeten zijn, zoals nu al bij mantelzorg, religieuze instellingen en sportvereniging mogelijk is? Zo nee, waarom niet? 
 

4.    Is het college bereid om met een voorstel te komen met voorwaarden waar (leden, vrijwilligers van) een vereniging aan moet voldoen om wél in aanmerking te komen voor vrijstelling van parkeertarieven? Zo nee, waarom niet? 
 

5.     Zou een speciale bezoekersvergunning voor verenigingen uitkomst kunnen bieden? In de huidige situatie zou dat 1000 parkeeruren betekenen, voor de totale vereniging is dat niet afdoende. Zou hier maatwerk geleverd kunnen worden? Zo nee, waarom niet? 

Coen Bom
Hart voor Den Haag