9 mei 2017 Beantwoording Schriftelijke vragen Toekomst Bunkermuseum

Al meerdere malen hebben de ChristenUnie/SGP en Groep de Mos/OPDH aandacht gevraagd voor de herhuisvesting van het Bunkermuseum (o.a. RIS 288143, RIS 288141, RIS 295273). In verband met de herontwikkeling van het Noordelijk Havenhoofd Scheveningen moet het huidig Bunkermuseum aan de Strandweg wijken. In 2015 heeft de gemeente twee vervangende bunkers aan de Badhuisweg aangeboden, in de buurt van de bunkers van de Stichting Atlantikwall Museum Scheveningen (SAMS). Hoewel dit niet tot problemen had hoeven leiden is “bestuurlijk geconcludeerd dat het niet wenselijk is deze twee partijen naast elkaar te huisvesten, vanwege verschillende beleidsinzichten.” (RIS 288143) Vervolgens was er volgens de gemeente geen alternatieve locatie meer. Hierop heeft het Bunkermuseum zelf gezocht en is zij met een alternatieve bunker gekomen in het Westduinpark. De gemeente heeft geen bezwaar tegen het gebruik van deze bunker als museum (DSO/2016.1183). Hierna zijn de vrijwilligers van het Bunkermuseum hard aan de slag gegaan om de benodigde vergunningen te krijgen om deze uit te graven en in te richten, en hebben zij uitstel gekregen voor het ontruimen van het huidige museum. Bij het aanvragen van de vergunningen lopen zij echter tegen muren op.

In vervolg op eerdere vragen en antwoorden, en mede gelet op de welwillende reactie van de wethouder SWDC tijdens de vergadering van de commissie Ruimte d.d. 10 juni 2015, stellen de ChristenUnie/SGP en Groep de Mos/OPDH, conform artikel 30 van het reglement van orde, de volgende vragen:

1. Hoeveel belang hecht het college daadwerkelijk aan het voortbestaan van het Bunkermuseum? Wat is het behoud van het Bunkermuseum het college waard?

2. Hoe groot acht het college de kans dat het de Stichting Bunkermuseum Den Haag lukt om alle benodigde vergunningen te krijgen en daadwerkelijk het Bunkermuseum te verhuizen naar het Westduinpark? Is de gemeente voornemens de omgevingsvergunning voor de wijziging van cultuurhistorisch object naar museum te verstrekken?

3. Welke positieve rol en concrete ondersteuning kan het college het Bunkermuseum bieden bij het verkrijgen van de benodigde vergunningen, bijvoorbeeld in contacten met Staatsbosbeheer?

Als het niet lukt om alle vergunningen te krijgen voor de bunker in het Westduinpark, is het voortbestaan van het Bunkermuseum uiterst onzeker. De ChristenUnie/SGP en Groep de Mos zouden dat gezien de cultuurhistorische waarde van de collectie en de jarenlange inzet van de betrokkenen zeer betreuren.

4. Is het college bereid om voor de locaties aan de Badhuisweg opnieuw te bezien of het mogelijk is het Bunkermuseum alsnog daar te huisvesten?

Pieter Grinwis Arjen Dubbelaar

ChristenUnie/SGP Groep de Mos/OPDH