13 juli 2021 Beantwoording Schriftelijke vragen Tassenmaker Omar Munie met schulden weg van Noordeinde

1Is het college bekend met de artikelen ‘Tassenmaker met schulden weg van Noordeinde’ van De Telegraaf (1) en ‘Omstreden ondernemer Omar Munie voor de rechter wegens enorme huurachterstand van zijn winkel’ van De Volkskrant (1)?

2. “Het is aan mij gegund door heel belangrijke mensen”, gaf Omar Munie tijdens de rechtszaak over zijn huurschuld aan. Op welke mensen doelt hij? Welke belangrijke mensen hebben hem dit vanuit de gemeente gegund?

3. Tijdens de rechtszaak volgde er een schikking en waardoor Munie en de vastgoedontwikkelaar afscheid van elkaar nemen. Met de schikking is het pand, dat een maatschappelijk belang moest hebben, definitief in handen gekomen van een particuliere vastgoedontwikkelaar. Wat is de reactie van het college hierop?

4. De gemeente heeft altijd beweerd dat er een maatschappelijk belang was, maar dit blijkt er aantoonbaar nooit te zijn geweest (rapport Auditdienst Rijk). De regels blijken met voeten getreden te zijn en het pand blijkt dus gegund te zijn door ‘heel belangrijke mensen’. Met de kennis van nu, zou het college dan alsnog meegewerkt hebben aan deze constructie? Zo ja, waarom?

5. Op 16 februari stelden wij het college de volgende vraag: “Is het college het met Hart voor Den Haag/Groep de Mos eens dat de schijn van willekeur, partijdigheid en de voorkeur om het pand aan Munie te verkopen met de uitkomsten van het ADR rapport volledig bevestigd zijn? Zo nee, waarom niet?” Daarop antwoordde het college: “Het college deelt deze mening van Hart voor Den Haag/ Groep de Mos niet. Zoals al is gesteld in het collegebesluit van 22 mei 2018 staat het de gemeente vrij om een pand 1-op-1 te verkopen. Er heeft nooit onduidelijkheid bestaan wie de koper zou worden en waarom het college heeft ingestemd met deze aan- en verkoop.” Nu Munie heeft aangegeven dat het pand hem gegund is door ‘heel belangrijke mensen’ is het glashelder komen vast te staan dat er willekeur en partijdigheid heeft plaatsgevonden bij de deal. Wat is de reactie van het college hierop?

6. Ten tijde van het collegebesluit waren er geen signalen dat vastgoedinvesteerders belangstelling voor het pand hadden”, gaf het college aan in antwoord op onze schriftelijke vragen. Maar nog voor de levering van het pand had Munie het al doorverkocht aan de particuliere investeerder. Hoe is het mogelijk dat het college hier niks van wist?

7. Door deze transactie was Munie in staat zijn belastingschuld van circa 200.000 euro aan de staat af te lossen. Was college op de hoogte van deze belastingschuld en dus van het feit dat deze constructie op de loer lag? Zo nee, hoe kan dat?

8. Dat Munie niks aan de deal heeft verdiend, zoals hij eerder beweerde, bleek tijdens de rechtszaak ook niet waar te zijn. Wat is de reactie van het college hierop?

9. Is het college het met Hart voor Den Haag/Groep de Mos eens dat het nooit meer mag gebeuren dat de gemeente een vastgoeddeal faciliteert op maatschappelijke grondslag waar door de ‘maatschappelijke’ ondernemers fors aan verdiend wordt? Zo nee, waarom niet?

10. De affaire met het pand gebeurde onder het mom van maatschappelijk belang en onder de verantwoordelijkheid de toenmalige wethouders Joris Wijsmuller (HSP) en Boudewijn Revis (VVD). Ook de toenmalige burgemeesters Van Aartsen (VVD) en Krikke (VVD) hebben betrokkenheid gehad bij de deal. In het licht van de uitspraak van Munie zelf dat het pand hem ‘gegund is door heel belangrijke mensen’, willen wij hebben opheldering over de exacte rol van bovengenoemden. Daarom ontvangen we graag een uitgebreid feitenrelaas van e-mails, telefoonberichten etc. op bestuurlijk niveau van de totstandkoming van de deal en de contacten tussen (toenmalige) bestuurders met ambtenaren, Omar Munie zelf en vertegenwoordigers van Munie.

11. Zijn er ook Wob-verzoeken ingediend over de vastgoeddeal? Zo ja, wat voor Wob-verzoeken?

12. Advocaat Eric Fransen, die de zaak op de voet volgt, stelt in De Telegraaf dat door de uitspraak duidelijk is geworden dat met de verkoop, ’het pand bewust in handen is gebracht van iemand die niet een maatschappelijk belang heeft gediend, maar vooral zijn eigen belang’. Wat is de reactie van het college hierop?

13. “De huidige eigenaar valt niks te verwijten”, zegt Fransen, “maar het bestuur en de ambtenarij zeker wel. Dit is strafrechtelijk laakbaar, want er is door Staat en gemeente zonder rechtsgrond een gunst verleend met staatseigendom.” Is het college zich bewust van deze strafrechtelijke component en wat gaat het college hiermee doen?

14. De tassenmaker heeft inmiddels ook een winkel betrokken in de Mall of The Netherlands in Leidschendam. Is hierover contact geweest met (vertegenwoordigers van) het college van Den Haag en dat van Leidschendam? Zo ja, wat was de aard van het contact?
15. Is het college bereid om nu voor eens en voor altijd toe te geven dat de deal, op deze wijze en met alle waarschuwingen die vooraf gegeven zijn, nooit op deze wijze had mogen plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?


(1) https://www.volkskrant.nl/a-be783821