Overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Janice Roopram en René Oudshoorn (Hart voor Den Haag / Groep de Mos) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Het Westduinpark is een prachtig mooi gebied dat bezocht wordt door wandelaars en fietsers. Vooral rond de zomerperiode wordt het park drukbezocht. In het duingebied vinden er zandverstuivingen plaats waardoor de aanwezigheid van zand, op vooral de steile paden, voor gevaarlijke situaties kan zorgen. Zo is de heer Leether lelijk ten val gekomen en met hem meerdere bezoekers van het duingebied. Daarom de volgende vragen, gesteld door de raadsleden Roopram en Oudshoorn

1) Is het college bekend met de bezande paden in het Westduinpark die gevaarlijke situaties kunnen veroorzaken, zelfs ongelukken?

2) Aangezien de gemeente verantwoordelijk is als wegbeheerder van het duingebied, is het college bereid het onderhoudsschema danwel het veegschema van het jaar 2020 te delen met de raad? Klopt dit wel?

3) Kan het college aangeven wie er verantwoordelijk is voor het schoonvegen van de paden in het Westduinpark?

De heer Leether heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor zijn val in het duingebied van het Westduinpark. De gemeente wees op voorhand iedere aansprakelijkheid af zonder dat zij beschikte over diverse foto’s en verklaringen die door de heer Leether zijn overhandigd.

4) Is het college met Hart voor Den Haag / Groep de Mos van mening dat de gemeente Den Haag ‘kampioen aansprakelijkheidsontkenner’ is ? Zo nee, waarom niet?

5) Is het college met Hart voor Den Haag / Groep de Mos van mening dat een dergelijke aanpak juridisch niet deugt of kan het college tenminste uitleggen hoe die aanpak zich dan verhoudt tot de wenselijkheid van een zorgvuldig onderzoek alvorens de aansprakelijk gestelde partij een afwijzend standpunt inneemt?

6) Kan het college aangeven waarom er nooit is gereageerd op het voorstel van de heer Leether om waarschuwingsborden te plaatsen?

7) Is het college bereid om een onderzoek te doen naar het duingebied van het Waterduinpark en vervolgens waarschuwingsborden te plaatsen bij gevaarlijke paden waar zandverstuivingen plaatsvinden en de raad hieromtrent te informeren? Zo nee, waarom niet?

8) Deelt het college de mening van Hart voor Den Haag / Groep de Mos dat vooral nu het Waterduinpark druk bezocht wordt, zo snel mogelijk onderzocht moet worden waar de gevaarlijke paden zich bevinden en dus een snelle actie noodzakelijk is om ongelukken te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Janice Roopram en René Oudshoorn

Hart voor Den Haag / Groep de Mos