15 december 2020 Beantwoording Schriftelijke vragen Tegenwerking Wob-verzoeken

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Ralf Sluijs (Hart voor Den Haag/Groep de Mos) de volgende vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

  1. Is het college bekend met het artikel ‘Irritatie om trage afhandeling Wob-verzoeken’ (1) uit De Telegraaf?

  2. De Stichting Duurzaam en Energiek Wonen Duindorp wacht nu al maanden op de beantwoording van hun Wob-verzoeken en ondanks herhaaldelijke ambtelijke toezeggingen hebben ze deze tot op de dag van vandaag niet ontvangen. Hoe is dit mogelijk?

  3. De beslistermijn is vier weken, uitgezonderd Wob-verzoeken met betrekking tot milieu-informatie waarbij de beslistermijn twee weken is. Het college heeft de mogelijkheid de beslissing te verdagen met nog eens vier weken, maar moet dit wel schriftelijk laten weten vóór het verstrijken van de eerste termijn van vier weken. Daarnaast kan de termijn opgeschort worden indien een derde gehoord moet worden, bijvoorbeeld ter beoordeling of informatie concurrentiegevoelig is. Is dat inzake het Wob-verzoek van de stichting het geval geweest? Graag een toelichting.

  4. Wanneer kan de stichting het complete dossier verwachten?

  5. Diverse malen kreeg de stichting te horen dat de stukken er binnen ‘twee weken’ zouden zijn en al die keren bleek dat niet zo te zijn. Wat denkt het college dat dit doet met het vertrouwen van de mensen in de gemeente Den Haag?

  6. De stichting spreekt namens de bewoners die al jaren kampen met storingen, hoge onderhoudskosten, gebrekkige communicatie en het verwarmen van woningen met noodaggregaten op diesel tijdens koude dagen, zich hebben verenigd. De Zeewaterwarmtecentrale van woningcorporatie Vestia die warmte regelt voor achthonderd woningen wordt momenteel omgezet naar een installatie met warmte-koudeopslag. De bewoners denken dat de gemeente het Wob-verzoek traineert tot dit zover is. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

  7. “We worden gewoon tegengewerkt door de gemeente”, zegt de stichting in de krant. Graag een reflectie van het college hierop.

  8. Is het college het met Hart voor Den Haag/Groep de Mos eens dat de stichting, die veel tijd en energie in deze kwestie gestoken heeft en waarvan het Wob-verzoek er al tien maanden ligt, onnodig tegengewerkt wordt door de gemeente? Graag een uitgebreide toelichting.

  9. Ook op ons eigen Wob-verzoek inzake integriteit hebben we vijf maanden moeten wachten en het bleek uiteindelijk incompleet. Op de tweede dag van het zomerreces kregen we namelijk een brief waarin gevraagd werd om ons verzoek nader te duiden. Daar moesten wij binnen twee weken op reageren terwijl men heel goed wist dat er in die weken niemand op kantoor zat. Hoe kwalificeert het college deze gang van zaken en waarom is er bijvoorbeeld geen telefoontje gepleegd?

  10. Is het college het met Hart voor Den Haag/Groep de Mos eens dat het überhaupt al belachelijk is dat een gekozen raadslid gebruik moet maken van de Wob-procedure om de informatie te verkrijgen die nodig is voor het uitvoeren van de controlerende taken? Zo nee, waarom niet?

  11. Wat gaat het college eraan doen om zich in de toekomst aan de termijnen te houden die gesteld zijn?
  • Zie bijlage


Ralf Sluijs

Hart voor Den Haag/Groep de Mos