14 juni 2023 Beantwoording Schriftelijke vragen Nooit afgebouwd tempelcomplex Laakhavens

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Constant Martini (Hart voor Den Haag) de volgende vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Tussen de Waldorpstraat en de Van der Kunstraat liggen een tweetal tempels en een braakliggend stuk land, midden in een afgebouwde woonwijk. In 2022 heeft het college een stuk gemeentegrond grenzend aan de onbebouwde grond ter beschikking gesteld aan de eigenaren van het onbebouwde perceel. Dit tegen de wens van de bewoners.

Het stuk braakliggende grond wordt niet bebouwd terwijl alle vergunningen door de gemeente verleend zijn.

1. Wil het college ervoor zorgdragen dat de grond naast de tempels bebouwd wordt?

2. Kan het college aangeven of bij het uitgeven van de vergunningen ook een bouw-plicht opgenomen is?

3. Waarom neemt het college niet aan de voorkant van het proces om een bouwvergunning aan te vragen niet standaard een bouwplicht op?

4. Ook met het vorig jaar ter beschikking van de eigenaren van de tempels gegeven stuk grond ten behoeve van verfraaiing wordt niets gedaan, hoe komt dat?

5. Kan het college ervoor zorgdragen dat deze rotte plek in het Laakhavengebied op korte termijn op een acceptabel niveau gebracht wordt en dat b.v. de instortende bouwkeet verwijderd wordt.

6. De Petroleumhaven is een onderdeel dat bij het CID behoort, het staat niet op de reusachtige maquette die in de stad rondtoert. Vreemd eigenlijk. De potentie van het station Moerwijk wordt ook buiten beschouwing wordt gelaten. Doet het college dit bewust? Zo niet is het dan om de fouten en mogelijke verbeteringen die voortvloeien uit de ontwikkeling van het gebied van de Petroleumhaven te ontkennen? Graag een gedetailleerd antwoord.

Constant Martini
Hart voor Den Haag