Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid De Mos de volgende vragen:

  1. Is het college ervan op de hoogte dat op het parkeerterrein aan de Guntersteinweg in Moerwijk er dagelijks dumpingen worden gedaan van (grof)vuil, afgedankte auto’s en fietsen?
  2. Kan het college aangeven hoeveel meldingen er dit jaar hierover binnengekomen zijn, en binnen welke termijn deze meldingen afgedaan zijn? Graag een gedetailleerd antwoord, waarbij u ook aangeeft hoe u bewoners stimuleert om te melden. 

    Bewoners hebben aangegeven zich niet meer serieus genomen te voelen door de gemeente. Dit omdat zij, ondanks herhaaldelijke meldingen over dumpingen van (grof)vuil en voertuigen, vervolgens zien dat het toch dagen- of zelfs wekenlang blijft liggen.

3. Herkent het college zich in het hierboven geschetste beeld? Zo niet, waarom niet? Zo ja, hoe gaat het college er dan voor zorgen dat meldingen sneller afgehandeld worden?

4. Heeft het college er al aan gedacht om meer handhaving in te zetten in Moerwijk, ook in burger, zodat het zomaar dumpen van vuil en wrakken bemoeilijkt wordt? Graag een gedetailleerd antwoord. 

Omwonenden geven ook aan dat het parkeerterrein ’s avonds en ’s nachts vaak gebruikt wordt als hangplek, en dat de mensen die er rondhangen voor veel overlast zorgen en vaak intimiderend zijn.

5. Zijn deze klachten van overlast en intimidatie bekend bij het college? Zo ja, welke acties zijn er door het college ondernomen om dit tegen te gaan?

6. In de herfst- en wintermaanden worden de portieken en hallen van omwonenden vaak door daklozen gebruikt als overnachtingsplek. Is het college hiervan op de hoogte? Zo ja, wat voor stappen heeft het college ondernomen om dit tegen te gaan?


Hart voor Den Haag heeft eerder al vragen gesteld over de overlast in Moerwijk, luidend ‘Meer handhaving in Moerwijk (RIS312384). Het college gaf toen in de beantwoording van vraag 7 aan dagelijks in gesprek te zijn met verschillende partners uit de wijk. Op de vraag “of het college nog iets met de uitkomsten van deze gesprekken doet of dat het alleen bij thee drinken, meewarig knikken en zogenaamd begrip tonen blijft?”, kregen wij toen weinig daadwerkelijke uitkomsten als antwoord. Aangezien dit inmiddels twee jaar geleden is, gaan wij ervanuit dat meerdere initiatieven inmiddels hun vruchten afgeworpen hebben.

7. Kan het college aangeven welke resultaten er inmiddels behaald zijn uit de verschillende initiatieven die in bovenstaande beantwoording genoemd zijn?

8. Kan het college aangeven met welke initiatieven zij momenteel nog actief is in Moerwijk?

Richard de Mos
Hart voor Den Haag