27 oktober 2020 Beantwoording Schriftelijke vragen de afkorting LHBTI veranderen in “vreemd” (Queer)

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Janice Roopram (Hart voor Den Haag/Groep de Mos) de volgende vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

1. Wat zijn de beweegredenen geweest van het college om een punt te zetten achter het gebruik van de afkorting LHBTI en dit te veranderen in Queer? (*)

2. Kan het college aangeven op basis van wat voor onderzoek er is gebleken dat 11% van Den Haag Queer zou zijn?

3. Is het college er zich van bewust dat Queer in het Nederlands vertaald kan worden als “vreemd”, “eigenaardig” en “flikker” en wat vindt het college hiervan?

4. Als reactie op het artikel geven mensen aan dat ze het woord Queer beledigend vinden. Wat vindt het college hiervan en is het college bereid om de afkorting van LHBTI te behouden aangezien velen zich niet hierin kunnen vinden?

5. Heeft het college reeds gesprekken gevoerd met belangenorganisaties over de wijziging van LHBTI naar Queer? Zo ja, met wie? Zo nee, waarom niet?

6. Is het aan de gemeente hoe de inwoners van Den Haag benoemd worden of bepalen de mensen dit zelf?

7. Hoe gaat uw college een einde maken aan het hokjesdenken, labelen en binaire opposities in plaats van dit zelf als college actief te promoten?