17 maart 2015 Beantwoording Schriftelijke vragen Terrassenbeleid Reinkenstraat

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het lid De Mos (Groep de Mos / Ouderen Partij Den Haag) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad:

  1. Sinds en als gevolg van de herinrichting door de gemeente zelf zijn er zo’n negen parkeerplaatsen verdwenen. Hoe verhoudt dit gegeven zich dit tot het argument tegen een parkeerplaatsterras omdat dat een parkeerplaats zou kosten?
  2. Van die negen parkeerplaatsen zijn er zes (aan beide kanten van de straat drie achter elkaar) ingericht als laad- en loszone voor vrachtwagens, waar anderen gedurende de dag niet mogen parkeren. In de praktijk worden die parkeerplaatsen nu dus niet of nauwelijks gebruikt, ook al omdat ze te klein zijn voor de vrachtwagens, die er dan ook nauwelijks gebruik van maken. Wil de gemeente het nut van deze parkeerplaatsen tegen het licht houden, ook al omdat de meeste inwoners en ondernemers het nut ervan in twijfel trekken?
  3. Als argument tegen een parkeerplaatsterras oppert de gemeente dat er in de Reinkenstraat tweerichtingsverkeer is. Dit is er echter in de Prins Hendrikstraat ook en daar zijn wel diverse parkeerplaatsterrassen vergund (en is de parkeerdruk eveneens hoog). Waarom wordt het argument van tweerichtingsverkeer (en parkeerdruk) selectief toegepast?
  4. Wil de gemeente in overleg treden met de uitbater van Augustus en de uitbaters van de andere cafés in de Reinkenstraat (waaronder Foots) om te komen tot een bevredigende oplossing voor het parkeerplaatsterras en met de winkeliersvereniging en bewoners over een evaluatie van de herinrichting van de Reinkenstraat? Zo neen, waarom niet?

 

 

Richard de Mos,
Groep de Mos