Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
Nadat in RIS 320.679 de netcongestie helder uiteengezet is, rest de vraag hoe het college de noodlottige uitkomst voor, in eerste instantie het Haagse bedrijfsleven, enigszins tegemoet kan treden. Na november 2024 zijn in vele persorganen allerlei noodkreten verschenen over de impact van de netcongestie. Het betreft niet alleen het aansluiten van bedrijven, in Zoetermeer gaat het bijvoorbeeld al zo ver dat ook nieuwbouwscholen niet aangesloten kunnen worden op de elektriciteitsvoorziening.
Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Martini de volgende vragen:
- Kan het college aangeven wanneer er sprake is van een dusdanige netcongestie in de stad Zuidwest of de Binckhorst dat de nieuwbouw van huizen niet meer in aanmerking komen voor een aansluiting op het elektriciteitsnetwerk?
- Kan het college aangeven of er sprake is van een mogelijkheid dat het nieuwbouwprogramma voor de twee grootste ontwikkellocaties moet worden stilgelegd?
Zo niet, op welke wijze gaat het college dan concreet (dat is niet met mooie beleidsvoornemens en verhullend taalgebruik) voorzien in de behoefte aan elektriciteit?
Hart voor Den Haag wil dat de oude elektriciteitsfabriek van het GEB aan het DCR zonder dralen wordt ingezet/omgezet/omgebouwd tot een energieopslag door middel van opslagbatterijen. Het blijft daar niet bij. Ook de naastbije, oude leegstaande PTT-centrale zou geschikt zijn om die om te bouwen tot een batterijen-energieopslagfaciliteit. Ten derde moeten de leegstaande en in tijdelijk gebruik gegeven delen van de visafslag ter beschikking komen. De gearticuleerde nood vanuit het haven gerelateerde bedrijfsleven en andere Scheveningse ondernemingen en bedrijven is groot.
3. Is het college bereid de 3 genoemde locaties om te bouwen? Zo niet, kan het dan aangeven waarom niet?
4. Heeft het college al andere alternatieven beschikbaar, bijvoorbeeld het stoppen met de actie om iedereen van het gas te halen of niet meer aan te sluiten?
C.V. Martini en Carlos Martinez van Andel
Hart voor Den Haag