Ter voorbereiding op het belangrijke debat inzake stikstof in de commissie Ruimte van donderdag avond 16 februari 2023 hebben raadsleden Martini, Bom en Martinez van Andel een aantal niet politieke -meer technische- vragen opgesteld op 17 januari en aan de griffie gevraagd of deze vragen een beantwoording konden krijgen voordat de commissievergadering zou plaatsvinden.

1.De griffie ging hiermee aan de slag en legde het verzoek voor aan betrokken wethouders (18 januari 2023).

  1. Op onze vragen is nooit een antwoord gekomen!
    Dat is raar. In tweeërlei opzicht.
    Ten eerste omdat in het gebruikelijke verkeer tussen raadsleden en het college op een brief een antwoord komt.
    Ten tweede omdat het hier een bijdrage betreft die de discussie en besluitvorming kan versnellen. Niet de formele weg maar gewoon een paar vragen ter voorbereiding. Weten waar je aan toe bent.
  2. De commissie Ruimte (31 januari, 14 dagen na onze informatieve vragen) besloot wel iets te doen aan een technische vragenronde. Prima maar dat heeft niets te maken met onze eerder gestelde vragen. Bovendien werd het geen technische vragenronde maar een technische inloop waar vragen gesteld konden worden.
  3. De Technische Inloop wordt vastgesteld op een maandagmiddag (13 februari) waarop zoals de laatste 10 jaar gebruikelijk de fractie van Hart voor Den Haag/Groep de Mos zijn fractievergadering heeft.
    Daar werden overigens niet de vragen van ons beantwoord. De beperkt aanwezige raadsleden konden uit de losse pols vragen stellen die dan door aanwezige ambtenaren beantwoord werden.
  4. De vragen van ons, een maand eerder gesteld, werden daar niet behandeld of beantwoord.
  5. De ambtenaren zo bleek hadden de antwoorden wel bij zich, een collegelid was ook aanwezig, ook hij beantwoorden onze vragen niet, waarom niet? De beschikbare antwoorden werden ook niet uitgedeeld.
  6. Nu had op onze vragen natuurlijk gewoon schriftelijk een afdoening kunnen plaatsvinden zodat wij ons goed op de vergadering konden voorbereiden. Ook zou het de besluitvorming enorm bevorderd hebben als de antwoorden in de “technische inloop” schriftelijk ter beschikking waren voor alle raadsleden die aan de commissievergadering zouden deelnemen.
  7. Bij de commissievergadering 16 februari jl. waren 3 collegeleden aanwezig. Geen van deze 3 heeft de moeite genomen om ons informeel over de antwoorden te informeren.
  8. De commissiebehandeling heeft niet tot beantwoording van onze vragen geleid.

Ten einde antwoorden te krijgen op onze vragen van ruim een maand geleden blijft niets anders over dan de bureaucratische weg in te slaan en maar weer een reeks van schriftelijke vragen te stellen.

Overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde stellen de leden Martini, Martinez van Andel en Bom (Hart voor Den Haag) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

  1. Heeft het college kennisgenomen van de in de inleiding beschreven gang van zaken?
  2. Wil het college een oordeel geven over de gang zaken?
  3. Kan het zijn dat het college een angstcultuur heeft als het gaat om ruimhartig tijdig en volledig informatie te verstrekken? Ook als er in een breder perspectief naar de informatieverstrekking gekeken wordt, o.a. het lastig te kwalificeren optreden van het collegelid dat belast is met Scheveningen in de laatste raadsvergadering inzake de Kust Gezond.
  4. Het is toch een teleurstellende oplossing om 3 dagen voordat er een commissievergadering is, een technische inloopbijeenkomst te houden en daarvan vervolgens geen verslag op tijd aan de commissie ter beschikking te stellen. Is het college niet van oordeel dat dit ver weg staat van een goede voorbereiding en het raadswerk niet bevorderd?
  5. Welke status in het voorbereidingsproces moet toegekend worden aan “Technische Inloop” en als het college dit een wenselijk instrument vindt, dienen hieraan dan geen voorschriften om de raad niet ineens b.v. 3 dagen voor de vergadering voort het blok te stellen?

De vragen zoals gesteld op 17 januari 2023

  1. Bouwproductie.
    Effectief gezien betekenen de 2.700 woningen die direct betrokken zijn bij de bouwstop een jaar bouwproductie in Den Haag.
    Is bij deze vertraging ook rekening gehouden met de vervolg-effecten? De vertraging zal ongetwijfeld voor de gemeente minder inkomsten betekenen (later belasting, erfpacht, leges,) Is daarvan al een schatting te maken? Daarbovenop komen de stijgingen van lonen en de bouwkosten die de businesscase van de diverse bouwers/projectontwikkelaars aantasten. Is het effect van deze financiële effecten al meegenomen in de vertraging van de 2.700 of gaan deze effecten nog verder optreden en bijgevolg een verder uitstel opleveren?
    Is al te bepalen wat het gevolg is voor de lijst woningzoekende?
    De vertraging betreft dat projecten die gekenmerkt worden door de bouw van sociale woningen c.q betaalbare koop en huurwoningen?
  2. WarmtelinQ.
    Wanneer is/wordt bekend de geactualiseerde Aerius berekening voor de WarmtelinQ?
    Kan de commissie deze berekening ook ontvangen?
    Wat zijn de gevolgen voor de business case van de aanleg van de WarmtelinQ?
    De ODH welk collegelid is daarvoor primair verantwoordelijk?
    Is het waar dat de ODH geen eigen handhavingsunit heeft en deze uitbesteed heeft?
    Is het waar dat ondanks de rechterlijke uitspraak eind vorig jaar de ODH voor de aanleg van de WarmtelinQ geen bouwstop heeft opgelegd?
  3. WarmtelinQ en waterstof.
    In artikel BinnenlandsBestuur 18 oktober van de heer Jürgen Tiekstra komt de vraag voor hoe leg je uit dat waterstof gebruikt kan worden in plaats van warmte.
    Waterstof als volwaardig alternatief voor warmte en geen desinvesteringen
    Het aanleggen van de WarmtelinQ gaat gepaard met fossiele brandstof als opwekking en de aanleg en distributie van de pijp zijn ook gevoelig voor stikstofuitstoot.
    Hoe ziet de milieuvergelijking en berekening eruit tussen warmte af te nemen van de WarmtelinQ en de aansluitende stadsverwarmingspijpen (distributie) en het blijven gebruiken van het al liggend gasnet voor waterstof? Wat zijn de effecten voor de portemonnees van de consument? (Graag bron van de berekeningswijze en de aannames).
  4. Stikstofdepositie,
    80 % van de stikstof depositie komt van buiten de gemeentegrenzen en 20 % van het Haagse grondgebied.
    Over de 20 %
    In de brief staat dat de uitwerpselen van honden een grote bijdrage aan de depositie oplevert. Graag de berekeningsmethode hiervan.
    Betekent dat het opruimbeleid dat al jaren van kracht is hierin de stad niet a. Werkt of b. Niet worden gehandhaafd?
    Hoeveel is de stikstofdepositie van de katten? De berekeningsmethode.
    (Graag op basis van het aantal katten dat in huishoudens actief is in een tuin, plantsoen en de m3 van de wilde katten.
    De stikstofdepositie van de bewoners van de stad. Graag per inwoner en per woning
    Ook hier graag een opgave en berekeningsmethode van de stikstofdepositie van de dagelijkse faeces van de Hagenaar.

Dan nog enige nadere vragen.

  1. A. Het Europese Parlement heeft een beslissing genomen over de CO2 belastingheffing, dit betekent dat alles met CO2 uitstoot veel duurder wordt. Om te beginnen hoe wordt de lozing van fossiel water nu geprijsd?
    B. Het is vuil industrieel afvalwater dat de smeerpijp wordt ingepompt (vergeet de nieuwe verhullende definitie dat het thermische vervuiling is). De consument is de uiteindelijke betaler. In het Haagse geval worden de arme stadsdelen in Zuidwest hiervoor aangeslagen. Hoeveel gaat dit Europese belasting effect, extra prijsverhoging voor de end- users opleveren?
  2. Tel de vertraging (stilleggen van de aanleg, de nieuwe te doorlopen vergunningaanvragen), de stijging van de bouwkosten, stijging loonkosten, inflatie, de energieprijzenverhoging bij elkaar op en deze verhoging van de CO2 belasting, dan is de vraag; hoeveel gaat de consument en de bedrijven die op de WarmtelinQ worden aangesloten extra bijbetalen? Wil het college een indicatieve kostenoverzicht geven?
  3. Heeft het college een beeld van hoeveel energie decentraal wordt opgewekt in de komende 15 jaar? Denk aan de komst van zonnepanelen, de decentrale lokale energieopwekkingsmaatschappijen (WKO), hiermee zal de behoefte aan en afname van warmte van de WarmtelinQ natuurlijk verminderen, of te wel de kostprijs van de afname bij gedwongen consumenten zal alleen maar toenemen. Heeft het college enige ideeën hoeveel? Indien het collegebeleid van isoleren succesvol is, hoeveel minder warmtevraag zal dat dan opleveren?
  4. 80% van de stikstof komt van buiten de stad. Voor heel Nederland komt 100% van buiten ons vaderland. Rotterdam is de gemeente die onze stad Den Haag het meest vervuild (Industrieel complexen, Maasvlakte, mammoetschepen op zwaar vervuilde stookolie). Rotterdam geeft aan bedrijven die het water met kokend heet industrieel afvalwater 100% vervuilen, vrijstelling op de CO2 belasting. Dat betekent voor Den Haag meer maatregelen ter bescherming van onze natuur en nog drastischere ingrepen in de stad. Waarom treedt de gemeente niet hard op tegen Rotterdam? En met het faciliteren van de aanleg van de smeerpijp helpt het Rotterdamse bedrijven ten koste van onze inwoners en bedrijven. Als we in het MRDH samenwerken kan er dan niet eens een bestuurlijk overleg plaatsvinden over deze problematiek? In dit verband, wanneer heeft het college dit punt ooit aan de orde gesteld?
  5. Is het college bereid om de inwoners en bedrijven die afhankelijk zijn/worden van de WarmtelinQ of levering van stadsverwarming door Eneco te compenseren voor de effecten van de CO2 belasting?
  6. Hanteert het college nog het principe de vervuiler betaald? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?
  7. Gelet op de commissiebehandeling van 16 februari jl. de volgende vraag. De chaotische sessie was wellicht iets gestructureerder geweest indien gewoon de vragen van 17 januari beantwoord waren geweest. En de beantwoording van de technische inloop gedistribueerd. Nu lijkt de hele gang van zaken op wat je als bestuurlijk kannibalisme zou kunnen duiden, maar daar denkt het college wellicht anders over?

Constant Martini
Coen Bom
Carlos Martinez van Andel

Hart voor Den Haag