Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Meinesz en Bingöl de volgende vragen:

  1. Erkent het college dat het Hobbemaplein en directe omgeving behoren tot de drie economisch belangrijkste zones van Den Haag?

  2. Waarom is in het oorspronkelijke plan gekozen voor een standaard STOMP-aanpak, terwijl dit gebied uitzonderlijke economische en verkeerskundige kenmerken heeft?

  3. Is het college bereid om het economisch belang van de Haagse Markt en omliggende winkelstraten als volwaardig uitgangspunt te hanteren in de nieuwe planvorming?

  4. Is het college bereid om met betrokken bewonersorganisaties, ondernemers, zorgverleners en het Comité Verkeersinfarct Hobbemaplein in gesprek te gaan vóór medio juni 2025?

  5. Op welke trede van de participatieladder plaatst het college de komende participatie rond het Hobbemaplein? Wordt gestreefd naar co-creatie?

  6. Is het college bereid de bereikbaarheid van zorginstellingen expliciet mee te nemen in het nieuwe ontwerp, gelet op de uitkomsten van de ‘Gezonde Wijkenanalyse’?

  7. Wordt de heropening van de Kaapstraat (ter hoogte van Kempstraat/Schalk Burgerstraat) meegenomen in de planvorming als maatregel om verkeersdruk beter te spreiden?

  8. Is het college bereid de huidige tram- en bushaltes rondom het plein te behouden, gezien hun belang voor de economische functie van het gebied?

  9. Wordt het behoud of verbeteren van parkeeroplossingen meegenomen in de nieuwe planvorming?

  10. Op welke wijze wordt de gemeenteraad actief geïnformeerd over de voortgang en participatieresultaten?

Jelle Meinesz en Ismet Bingöl
Hart voor Den Haag