21 juni 2022 Beantwoording Schriftelijke vragen Oneerlijk speelveld subsidies
Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het lid De Mos (Hart voor Den Haag) aanvullende vragen op het bericht dat er gesjoemeld wordt met sportsubsidies (1)
1) Uit een eerder rapport van de rekenkamer bleek dat subsidies oneigenlijk verdeeld worden binnen de gemeente, is in dat onderzoek de verstrekking aan WSDH ook aan de orde gekomen of op enig moment door de rekenkamer of een accountantsdienst onder de aandacht gebracht
2) Op welk moment wist het college dat de verstrekking van subsidie aan WSDH voor de subsidieregeling niet conform de wettelijke kaders verliep? en hoe is het college hier achter gekomen?
3) Welke ambtenaren (en leidinggevende) waren op de hoogte van de memo, de denktank en het voornemen om de regeling gericht aan te passen voor het artikel van het AD?
4) Hoeveel ambtenaren zijn er aanwezig geweest bij het overleg of maken deeluit van de denktank waarnaar verwezen wordt en van welke afdelingen zijn die?
5) Hoeveel van de betrokken ambtenaren zijn betrokken geweest bij de tot standkoming van de huidige subsidie regeling?
6) Welke lopende procedures zijn er naar aanleiding van deze regeling en welke risicos loopt de gemeente in dit kader?
7) Kan het college de financiële consequenties aangeven van mogelijke claims?
8) Hoe verliep de subsidie verstrekking aan WSDH voor de regeling 2021? Op grond van welke regeling werd de opdracht verstrekt en wie controleerde de tot standkoming ervan?
9) Andere subsidieregelingen uit 2021 zijn extern geëvalueerd, waarom heeft het college dat bij deze regeling niet gedaan en is het college voornemens dat alsnog te doen?
10) Kan het college aangeven op welke onderdelen de regeling aangepast wordt / gaan deze aanpassingen bijdragen aan een gelijk speelveld? Hoe voorkomt het college het toeschrijven van de regeling aan WSDH?
11) Kan het college garanderen dat de nieuwe subsidieregeling door het centraal bureau wordt beoordeeld en dit in belang van integriteit van de gemeente niet door dezelfde afdeling wordt beoordeeld?
12) Het college kan bijdragen aan herstel van het vertrouwen door een accountantsdienst de betreffende casus te onderzoeken. kan het college hiermee instemmen en dit voor het verstrekken van de nieuwe subsidie in gang zetten?
13) Welke rol speelt het bestuur van wsdh en/of ex ambtenaren bij de totstandkoming van de subsidierelatie ?
14) Heeft het college contact gezocht met de inschrijvers in de regeling na bekendmaking van de memo gezien de impact dat de memo kan hebben op het vertrouwen in de gemeente?