12 april Beantwoording schriftelijke vragen Strandbeleid

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het lid Kraft van Ermel (Groep de Mos / Ouderen Partij) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

1) Bent u bekend met het feit dat in de concept Strandnota, qua horeca, geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen watersportverenigingen enerzijds en strandpaviljoens anderzijds? Zo ja, bent u zich bewust van de gevolgen die deze branchevervaging kan hebben voor het Scheveningse strand; te weten verzadiging en uiteindelijk, door overaanbod, gesloten strandpaviljoens?

2) Deelt u de mening dat een overkill van horeca aan het Scheveningse strand voorkomen moet worden, zodat de nu al moordende concurrentie niet het tegendeel bereikt van wat u wil bereiken, namelijk een vierseizoenenbadplaats met meerdere jaarrond strandpaviljoens? Zo ja, wilt u ervoor zorgen dat het organiseren van personeelsfeesten, bruiloften en andere evenementen voorbehouden blijven aan de strandpaviljoens en niet aan de watersportverenigingen die in het aanbieden van watersportlessen hun corebusiness moeten vinden?

3) Bent u bekend met het Bloemendaal-model, waarbij watersportverenigingen gewoon hun gewenste wijntje en biertje kunnen schenken, maar waarbij branchevervaging en oneerlijke concurrentie richting de strandpaviljoens wordt voorkomen? Zo ja, heeft u de bereidheid om dit model in de uiteindelijke Strandnota op te nemen, zodat de verhoudingen aan het Scheveningse strand gezond blijven?

Lex Kraft van Ermel

Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag

16 maart 2016