Overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde stelt het lid Sluijs (Hart voor Den Haag) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Op 2 november 2021 heeft Hart voor Den Haag, in samenwerking met het Bewonersinitiatief Kraayenstein, een wijkschouw gehouden in de Karperdaal en Steurendaal de hieruit ingebrachte vragen zijn op 5 april 2022 schriftelijk beantwoord.

On 4 november 2022 is de schouw door Hart voor Den Haag, in samenwerking met het Bewonersinitiatief Kraayenstein in de Karperdaal en Steurendaal, opnieuw gedaan en zijn de onderstaande aanvullende vragen ontstaan.

In de beantwoording geeft het college aan bekend te zijn met met het bericht dat de opgeknapte straten in Kraayenstein zo’n 6 centimeter te hoog zijn aangelegd? Het college geeft in haar antwoord op de gestelde vraag aan, wel op de hoogte te zijn van de problematiek van het te hoog straten getoond in een filmpje van Den Haag FM.

  1. Van welke problemen is het college nu precies wel of niet op de hoogte?

De stadsdeel wethouder geeft in een filmpje van Den Haag FM aan contact te hebben gehad en/of opgenomen met de betrokken bewoners. In het eerder getoonde filmpje van Den Haag FM gaven de betrokken bewoners aan van niets te weten.

  1. Hoe kan het dat de wethouder zegt met de betrokken personen te hebben gesproken, de zaak zou zelfs zijn opgelost, terwijl geen van de betrokkenen door de wethouder is benaderd?
  2. Kan het college aangeven met welke bewoner(s) de stadsdeelwethouder dan wel contact gehad heeft?
  3. Waarom is de wethouder niet zelf ter plaatse gaan kijken om met de betrokken bewoners, die via Den Haag FM een probleem aan de kaak hebben gesteld, tot een oplossing te komen?
  4. Kan het college aangeven waarom ze zo weinig belangstelling heeft getoond om ter plaatse te gaan kijken en te spreken met bewoners over de problemen die niet door henzelf zijn veroorzaakt?

Het college geeft in haar beantwoording aan dat van herstel geen sprake is aangezien de werkzaamheden nog niet zijn afgerond. “Indien bewoners vragen hebben over de uitvoering, de aansluiting van hun tuin op het nieuw aangelegde openbaar gebied of melding willen doen van gevaarlijke situaties, kan dat via de omgevingsmanager van de aannemer. Hierover hebben de bewoners ook een brief ontvangen van de aannemer.”

Nu de werkzaamheden wel zijn afgerond en bewoners conform afspraak voorvallen melden, krijgen zij als antwoord dat het achterstallig onderhoud van hun tuin zou betreffen en zij zelf moeten zorgdragen voor het herstel en opdraaien voor de kosten. Daarmee is de kous voor de gemeente blijkbaar af.

  1. Welke opdracht(en) heeft het college aan de omgevingsmanager en de aannemer meegegeven om zaken af te handelen c.q. te herstellen?

De werkzaamheden zijn nu bijna/wel afgerond en veel bewoners hebben nog steeds klachten ondanks soms meerdere meldingen bij de omgevingsmanager en aannemer.

  1. Waar kan de bewoner dan nu terecht voor de melding en goede afhandeling van de klacht?

De hoogtemetingen zijn gedaan vanaf het plateau voor de voordeur en voor de garage. Meerdere malen hebben bewoners aan diverse partijen getracht duidelijk te maken dat het plateau het verkeerde uitgangspunt is, omdat vanuit de bouw de originele hoogte zich 10 cm onder dit plateau bevindt.

  1. Heeft het bericht dat door bewoners is gewezen op de verkeerde hoogtemetingen het college bereikt? Zo ja, wat heeft ze hiermee gedaan? Zo nee, wat gaat het college daar dan aan doen?

Ook bij nieuw uitgevoerde hoogtemetingen is men de metingen blijven doen op dezelfde wijze, namelijk vanaf het plateau voor de voordeur en voor de garage en niet vanuit de informatie staande op de bouwtekeningen van destijds, iets waar bewoners de omgevingsmanager en aannemer en de gemeente op heeft gewezen.

  1. Waarom heeft niemand iets met de aangedragen informatie van bewoners gedaan?

Diverse professionals werkende aan het project spraken zich richting bewoners wel degelijk uit over het feit dat de weg op verkeerde hoogte is aangelegd. Dit zou alles te maken hebben met het in de grond laten zitten van de stronken van de verwijderde bomen, waardoor men wel hoger moest straten. En dat zou weer te maken hebben met het in de grond laten zitten van de gasleiding die daar onverwachts werd aangetroffen.

  1. Klopt het dat het merendeel van de stronken in de grond zijn blijven zitten om redenen van de gasleiding die daar werd aangetroffen? Zo ja, waarom is dat niet aan de raad en bewoners medegedeeld? Zo nee, wanneer worden er weer nieuwe bomen geplaatst?

Inmiddels is in de Steurendaal 9 t/m 21 het halve wegdek er weer uitgehaald omdat deze te hoog was bestraat en één bewoner op het standpunt bleef staan dat de gemeente zijn nieuw aangelegde voortuin niet mocht aanleggen maar eerst naar een oplossing moest zoeken.

  1. Is het college op de hoogte van deze herstelwerkzaamheden bij deze rij huizen?
  2. Beseft het college dat bewoners met kosten zijn opgezadeld voor het ophogen van de voortuin terwijl ze part noch deel hebben aan het probleem?

Meerdere bewoners geven te kennen dat, nadat de straat voor hun woning is vernieuwd, zij deze te hoog vinden liggen ten opzichte van hun voortuin. Ze zijn bang voor wateroverlast bij hevige regenval en dat het regenwater door de ontluchtingsgaten onder de woning wegvloeit. De voortuin dient nu zo ver te worden opgehoogd dat het afstapje (van ca. 8 centimeter) welke tijdens de bouw bij de voordeur is aangebracht verdwijnt zodat er voldoende afwatering ontstaat en het water uit de voortuin kan weglopen. Het college geeft in haar beantwoording aan
klachten van bewoners ontvangen over deze kwestie?

  1. Wat heeft het college met de klachten gedaan om deze te herstellen?

Het college geeft in de beantwoording aan dat de weg wordt aangelegd op de oorspronkelijke hoogte. Dat is onjuist. Er wordt een oorspronkelijke hoogte aangehouden welke te hoog is en dat is het plateau gelegen bij de voordeur van de huizen. Echter, de oorspronkelijke hoogte vanuit de bouw in 1975 is 10 centimeter onder dit plateau.

  1. Is het college zich ervan bewust dat de oorspronkelijke hoogte 10 centimeter onder het plateau ligt?
  2. Heeft het college de bouwtekeningen van destijds erop nageslagen om te zien wat de oorspronkelijke hoogte daadwerkelijk is? Zo nee, waarom niet?
  3. Kan het college aangeven waarom er niet wordt geluisterd naar bewoners die steevast aangeven wat de oorspronkelijke hoogte wel is?
  4. Kan het college aangeven waarom er geen nieuwe hoogtemeting is gedaan toen de eerste meldingen kwamen dat er te hoog werd bestraat en zo te kunnen bezien of er geen fouten gemaakt werden?
  5. Kan het college aangeven waarom het perceel Karperdaal 111 (het huis waar de werkzaamheden zijn gestart) wel een juiste afloop voor de garagedeur heeft en de rest van de wijk niet?

Het college geeft in haar antwoorden aan dat in sommige gevallen de straat hoger is komen te liggen dan de tuin en dat dit veelal het geval is op plekken waar de tuinen zijn verzakt. Dat betreft dan het merendeel van de woningen in wijk.

  1. Is het college van mening dat er bij de voortuinen van vrijwel alle 200 huizen sprake is van slecht onderhoud? Zo ja, graag een toelichting.

In tegenstelling tot de andere fases heeft het in fase 5 vrijwel ontbroken aan een dagelijkse aanvoer van zand en juist daar zijn zeer weinig klachten over het te hoog straten t.o.v. de voortuinen.

  1. Hoe kan het college verklaren dat daar waar dagelijkse aanvoer van zand heeft plaatsgevonden er zeer veel problemen zijn en het deel van de wijk waar vrijwel geen sprake is geweest van zandaanvoer dat daar geen problemen zijn?
  2. Vindt het college het ook niet opvallend dat in fase 5 het straatwerk wel op de juiste hoogte is aangelegd en dat het juist daar het aan die dagelijkse zandaanvoer heeft ontbroken?

Bij de ingang van de wijk ter hoogte van de Forellendaal/Karperdaal was in het verleden geen sprake van enige verhoging, de wegen gingen op gelijke hoogte in elkaar over. Gezien het feit dat er nu sprake is van de aanleg van een (woon)erf dient daar ter plaatse een verhoging te worden aangebracht aan weerszijden van het voetpad van de Forellendaal met schuin oplopende (standaard) steenblokken. Echter is er nu hier ter plaatse iets afwijkende geconstrueerd.

Bij de ingang op de Forellendaal van het (woon)erf is een verhoging van stenen blokken aangebracht van 15 cm hoog. Aan de andere zijde voor het trottoir van de Forellendaal is vanaf de Karperdaal slechts een verhoogde oplopende straat waar te nemen van 8 cm.

Resumerend de ingang Karperdaal:

  • De standaard 15 cm schuin oplopende stenen blokken.
  • Bewoners zeggen al maanden dat er 7 cm te hoog wordt gestraat.
  • Andere zijde, geen standaard schuin oplopende stenen blokken maar over een aantal meters 8 cm flauw oplopende straatstenen.
  1. Vindt het college het ook niet opvallend dat dit precies het verschil van 7 cm is wat bewoners vanaf het begin al aangeven wat te hoog bestraat is?

Zoals bekend bij de gemeente zijn de ventilatieroostertjes van de huizen doordat (zoals ze zelf ook zegt, ze de straat heeft verhoogd) nu op veel plaatsen te laag waardoor regenwater in- en onder de fundering kan lopen. Op 1 oktober 2021 is door de omgevingsmanager schriftelijk te kennen gegeven dat rond de ventilatieroosters in de gevel, die overigens in hoogte verschillen, een grondkoffer komt. Een toezegging die nog niet is uitgevoerd.

  1. Kan het college aangeven wanneer de toezegging van de grondkoffer gestand gedaan wordt?
  2. Waarom heeft het college geen opdracht gegeven om simpel en snel opnieuw te komen meten en dan ook het punt wat bewoners aangeven het uitgangspunt te laten zijn?

De wijk zou volgens geldende wet- en regelgeving worden aangelegd en inmiddels zijn ook de werkzaamheden ter hoogte van de in- en uitgang van de wijk voltooid. Een vertegenwoordiger van het Bewonersinitiatief Kraayenstein heeft om de mening van een verkeersexpert van de ANWB gevraagd en of deze in- en uitgang van het (woon)erf wel voldoet aan de wet- en regelgeving. De heer (naam bekend) stelt zich als verkeersexpert van de ANWB op het standpunt dat er geen sprake is van een juiste constructie en geeft in zijn antwoord aan dat het geheel niet klopt. Dit omdat er als het ware één groot trottoir is gemaakt tot aan de kruising Karperdaal/Steurendaal.

  1. Deelt het college de mening van de verkeersexpert? Zo ja, hoe gaat de gemeente dit probleem oplossen? Zo nee, waarom niet?

De gemeentelijke lantaarnpaal staat nog altijd in de tuin waarover in de vragen gewag van gemaakt is. De paal is van het stroomnet afgesloten nadat er een nieuwe lantaarnpaal 30 centimeter voor is geplaatst.

  1. Hoe kan het dat het college aangeeft goed in beeld te hebben wat ze verkoopt maar niet weet dat er een gemeentelijke lantaarnpaal op het verkochte perceel staat?
  2. Is het wel bij het college bekend dat er 30 centimeter voor die oude lantaarnpaal, die (nu) wel degelijk op particulier terrein staat, een nieuwe lantaarnpaal is geplaatst?

Heeft het college ook goed in beeld dat er stukken gemeentegrond aan van meer dan de 30m2 aan burgers worden verkocht, iets wat niet voorkomt in de leidende voorwaarden.

  1. Kan het college aangeven wat het verschil is van een aankoop via het gemeentelijk grondbedrijf of via de door haar aangewezen route?

Bewoners die in het verleden ook gemeentegrond wilden kopen, werden destijds gehouden aan een maximale aankoop van 30 m2. In diezelfde tijd heeft de gemeente aan diverse bewoners veel grotere stukken gemeentegrond verkocht via, een naar verluidt simpeler weg, het gemeentelijk grondbedrijf. College geeft aan dat de voorwaarden altijd leidend (geweest) zijn voor het wel of niet verkopen of verhuren van grond.

  1. Hoe kan het gelijkheidsbeginsel toegepast worden als bewoners meer gemeentegrond kunnen aankopen dan de afgesproken 30 m2, terwijl andere bewoners daar niks van weten?
  2. Hoe kan het dat de regels waar aan wordt vastgehouden niet overal gelijk worden uitgevoerd zoals voorgeschreven in het voornoemde geval?

Tijdens het gehele proces in Kraayenstein 1b is ten aanzien van parkeren door de gemeente met regelmaat gezegd dat het geen precedent wil scheppen.

  1. Wat gaf in dit specifieke geval voor het college, die aangeeft altijd in beeld te hebben wat ze verkoopt, aanleiding om mee te gaan in de persoonlijke belangen die er speelden bij de verkoop?

Het college blijft in haar beantwoording verwijzen naar de voorwaarden op de website en gaat in het geheel niet in op de gestelde vraag, de mogelijkheid van overschrijding van het maximum aantal aan te kopen vierkante meters, te weten 30 m2 die aangegeven staat op die website. De te bewandelen route om meer grond aan te kopen staat niet op de website vermeld.

  1. Dus nogmaals de vraag, kan het college aan de burger aangeven hoe en op welke wijze er een aankoop gedaan kan worden op basis van voorwaarden die niet op de site staan weergegeven?
  2. Is er met de verkoop aan een bewoner van een groter stuk gemeentegrond dan op de website gesteld staat, een precedent is geschapen om dit vaker te doen? Zo nee, wat ziet het college dan wel als een precedent?

Begin juni 2021 hebben diverse bewoners wonende in de Karperdaal een zienswijze ingediend op het ontwerp-plaatsingsplan voor de plaatsing van de Orac’s. Alle zienswijzen werden als negatief beoordeeld, ook als het gaat om het verplaatsen van locatie 97-09. Dit ondanks dat bewoners hinder voor de hulpdiensten voorzien bij het legen van de Orac’s omdat de ophaalwagen zichzelf vastzet aangezien er van drie kanten autoverkeer de wijk in en uit wil. Ook wordt aangegeven dat het verplaatsen van deze locatie richting het bruggetje geen verbetering is vanwege de aanwezigheid van datakabels in de grond. Over het hinderen van de hulpdiensten bij het ledigen zwijgt men in alle toonaarden.

  1. Kan het college aangeven waarom op de zienswijzen van bewoners m.b.t. de voorziene hinder bij locatie 97-09 voor de hulpdiensten, er in het geheel geen reactie wordt gegeven op het argument wat door meerdere reclamanten wordt aangevoerd?
  2. Is het college ervan op de hoogte dat bij de voorbereidende werkzaamheden om de containers te plaatsen, de door bewoners voorspelde verkeersproblemen zich reeds hebben voorgedaan en er met spoed verkeersregelaars werden ingezet?
  3. Is het bekend bij het college dat er wijzigingen zijn bij de plaatsing van en het aantal geplaatste Orac’s in Kraayenstein 1b?

De gemeente Den Haag heeft een plaatsingsbesluit voor de Orac’s genomen ook in Kraayenstein 1b. Bewoners hebben door een procedurefout, indien dat was gewenst, geen bezwaar meer kunnen indien bij de Raad van State.

  1. Kan het college aangeven of bewoners nu zijn gekend in de plaatsingswijzigingen van Orac’s? Zo ja, wie en wanneer? Zo nee, waarom niet, er ligt toch een besluit aan ten grondslag welke zaken vastlegt?
  2. Hebben bewoners nog inspraak in deze?

Het college geeft aan dat het hier een gebiedsontsluitingsweg betreft en de doorstromingseisen zoals die op hoofdwegen gelden hier niet van toepassing zijn.

  1. Wil het college hiermee zeggen dat ze accepteert dat er, ondanks alle waarschuwingen van burgers, een situatie kan ontstaan dat er geen sprake is van een vrije doorgang voor hulpdiensten?

Het college gaat niet in op de door bewoners geschetste problemen en gaat niet in op het feit dat van een vrije doorgang voor hulpdiensten tijdens het ledigen van de Orac’s daar geen sprake is.

  1. Welke risico’s ziet het college bij een situatie waar hulpdiensten geen vrije doorgang hebben?
  2. Kan het college aangeven hoe vaak het fout moet gaan voordat ze tot het inzicht komt dat verplaatsing van de desbetreffende Orac’s het beste is?

College geeft aan dat er op 25 september 2021 een brief verstuurd is aan desbetreffende bewoner. Uit navraag is gebleken dat bewoonster, in tegenstelling tot het antwoord van het college, tot op heden geen reactie heeft mogen ontvangen.
Inmiddels zijn de werkzaamheden daar ter plaatse gestart en was het verzoek blijkbaar terecht. Het niet ontvangen van een reactie van de gemeente blijkt binnen dit project een niet op zichzelf staand feit te zijn. Meerdere brieven van bewoners kregen geen reactie van de afhandelende afdeling.

  1. Brief 28 juni 2022 van bewoner Karperdaal 84, betreft: Verjaring stuk gemeentegrond. Afgegeven aan de balie Spui 70 met ontvangstbewijs 08763 en geen enkele reactie ontvangen. Zelfs geen ontvangstbevestiging. Hoe kan dit en wanneer gaat er gereageerd worden?
  2. Brief 18 juli 2022 van de bewoners Karperdaal 27 t/m 39. Bewoners hebben in een schrijven van de ACB vernomen dat hun brief is doorgestuurd naar de Dienst Stadsbeheer en daarna is er niets meer vernomen. Hoe kan dit en wanneer gaat er gereageerd worden?
  3. Brief 3 augustus 2022 van de bewoners Karperdaal nr. 1 t/m 11 en 2 t/m16 betreffende werkzaamheden Karperdaal afgegeven aan de balie Spui 70 met ontvangstbewijs 08806. Geen enkel reactie ontvangen, zelfs geen ontvangstbevestiging. Hoe kan dit en wanneer gaat er gereageerd worden?
  4. Is het college het met Hart voor Den Haag eens dat er een patroon te bespeuren is in het niet reageren op brieven van bewoners? Zo nee, waarom niet?