Sinds 2022 spelen problemen rondom de invulling en uitvoering van de nadeelcompensatieregeling door het college. De door de raad vastgestelde aanpassing van de beleidsregel nadeelcompensatie (RIS318397) in april jl. heeft de regeling eerlijker en duidelijker gemaakt. Het succes van de regeling staat of valt echter bij een goede uitvoering en heldere communicatie richting ondernemers. Hierover maken indieners zich nog altijd ernstig zorgen.

Op 5 augustus 2024 ontvingen de indieners een zestal brieven van het Expertisecentrum Horeca, waarin deze zorgen worden bevestigd. In de brieven wordt geconstateerd dat de uitvoering van de nadeelcompensatieregeling nog steeds op meerdere aspecten tekortschiet. De brieven zijn geadresseerd aan het college en door de afzender gedeeld met raadsfracties. 

Samenvattend stellen de brieven dat getroffen ondernemers hinder blijven ondervinden van onduidelijke communicatie van de gemeente en/of het externe schadebureau over het proces, de uitkomst en de bijbehorende onderbouwing. Daarnaast zijn de wachttijden van aanvraag tot uitkering van de regeling uitzonderlijk wisselvallig. Zo moeten sommige ondernemers meer dan een jaar wachten op een definitief besluit. Dit kan ertoe leiden dat, ondanks hun recht op nadeelcompensatie, sommige ondernemers met onoverkomelijke financiële problemen te maken krijgen. Hierdoor worden zij, nog voordat er een besluit is genomen, alsnog slachtoffer van de hinder door gemeentelijke werkzaamheden en de trage afhandeling van de compensatie.

Naar aanleiding hiervan en overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen raadsleden Lotte van Basten Batenburg (Haagse VVD) en Ralf Sluijs (Hart voor Den Haag) de volgende vragen:

1) Is het college het met de indieners eens dat het succes van de nieuwe en eerlijkere beleidsregel nadeelcompensatie staat of valt bij een goede uitvoering en heldere communicatie richting ondernemers?

2) Is het college bekend met deze signalen over de aanhoudende problemen met de uitvoering en communicatie rondom de nadeelcompensatieregeling, zoals geschetst in desbetreffende brieven van Expertisecentrum Horeca?    

3) Herkent het college het beeld dat verschillende ondernemers nog steeds hinder ondervinden van onduidelijke communicatie en lange wachttijden vanuit de gemeente en/of het externe schadebureau? Zo nee, graag een uitgebreide toelichting op hoe het kan dat dit door ondernemers wel zo wordt ervaren.

4) Deelt het college het beeld dat de algemene wachttijden en de periode waarin ondernemers na een advies moeten wachten op een besluit over de toewijzing van de nadeelcompensatie de afgelopen periode is toegenomen? Graag een uitgebreide toelichting.

5) Welke concrete stappen heeft het college sinds de vaststelling van de aangepaste beleidsregel in april genomen om de uitvoering van de nadeelcompensatie te verbeteren en de communicatie richting ondernemers te verduidelijken?

6) Is het college bereid om op zeer korte termijn duidelijke en concrete stappen te ondernemen om de communicatie en uitvoering van de nadeelcompensatieregeling te verbeteren, zodat ondernemers sneller en duidelijker geïnformeerd worden over hun aanvragen en rechten? Graag een toelichting op welke stappen concreet zullen worden ondernomen.    

In één van de brieven aan het college wordt gesteld dat de voorschotregeling, bedoeld om snel financiële hulp te bieden, in de praktijk niet naar behoren werkt. Zo wordt beschreven dat in plaats van dat ondernemers op korte termijn een voorschot op de compensatie krijgen, het doorgaans ook erg lang duurt voordat hierover een besluit wordt genomen. Daardoor blijven ondernemers in financiële onzekerheid en komen ze alsnog in de problemen met de continuering van hun bedrijfsvoering. Dit terwijl de voorschotregeling juist hierbij een uitkomst zou moeten bieden.

7) Herkent het college het beeld dat de voorschotregeling niet naar behoren functioneert, omdat ondernemers vaak lang op een besluit moeten wachten?

8) Kan het college een overzicht geven van de netto-doorlooptijden van lopende dossiers (reguliere- en voorschotaanvragen) en is het college bereid dit toe te voegen aan de maandelijkse voortgangsberichten nadeelcompensatie?

9) Wat is de gemiddelde wachttijd voor ondernemers om een besluit te krijgen over een aanvraag voor de voorschotregeling, en hoe verhoudt deze zich tot de doelstelling om ondernemers snel meer financiële zekerheid te geven om de continuering van de bedrijfsvoering te vergemakkelijken?

10) Is het college het met de indieners eens dat de effectiviteit van de voorschotregeling in grote mate afhankelijk is van het snel en zorgvuldig nemen van besluiten hierover?

11) Is het college bereid om maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat besluiten over een voorschotregeling zorgvuldig en snel worden genomen, zodat de regeling het beoogde effect krijgt, namelijk een snelle uitkering van een voorschot op de compensatie? Graag een toelichting op de maatregelen die het college zal nemen.

Daarnaast wordt in een van de brieven aan het college een werkwijze van de gemeente beschreven waarbij ondernemers, bij door de gemeente en/of het schadebureau gemaakte en erkende fouten, worden doorverwezen naar de bezwaarprocedure in plaats van dat deze fouten direct worden hersteld.

12) Herkent het college zich in het geschetste beeld van deze werkwijze? Zo ja, graag een uitgebreide toelichting waarom deze werkwijze wordt gehanteerd in plaats van het direct herstellen van fouten. Zo nee, graag een uitgebreide toelichting waarom dit volgens het college door ondernemers en betrokkenen zo wordt ervaren.

13) Is het college het met de indieners eens dat het zeer onwenselijk is dat ondernemers worden belast met een bezwaarprocedure wanneer er sprake is van fouten van de gemeente of het schadebureau? Zo nee, graag een toelichting.

14) Kan het college toelichten hoe het de afweging maakt om aanvragers te adviseren in bezwaar te gaan, dan wel een herstelbesluit op te maken, in geval van feitelijke onjuistheden en fouten in een dossier?

15) Hoeveel ondernemers zijn in het kader van de nadeelcompensatieregeling doorverwezen naar de bezwaarprocedure en hoeveel ondernemers hebben zich genoodzaakt gevoeld daadwerkelijk een bezwaarprocedure te starten om door de gemeente en/of het schadebureau erkende, inhoudelijke fouten in een dossier recht te laten zetten?

16) Is het college bereid om op zeer korte termijn de werkwijze te herzien en ervoor te zorgen dat gemaakte fouten door de gemeente of het schadebureau in het nadeelcompensatieproces direct worden gecorrigeerd?

Ten slotte schetsen de brieven een moeizame samenwerking en communicatie tussen het schadebureau en de gemeente. Op 25 april 2024 heeft de raad de motie “regel expertise en mankracht in eigen huis” (RIS318786) aangenomen die het college verzoekt te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de vereiste expertise en mankracht voor de uitvoering van de nadeelcompensatie permanent in huis te hebben.

17) Is het college bereid om bij de afdoening van de genoemde motie specifiek in te gaan op de wijze waarop transparantie, het tijdig en duidelijk informeren van ondernemers en de onafhankelijkheid van de adviezen en besluiten gewaarborgd worden?

Lotte van Basten Batenburg
Haagse VVD

Ralf Sluijs
Hart voor Den Haag