13 juli 2021 Beantwoording Schriftelijke vragen Impasse bouwplannen Badhuisstraat/ Marcellisstraat

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het lid William de Blok (Hart voor Den Haag/ Groep de Mos) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Voor de projectontwikkelaar van de projecten Badhuisstraat 51-57 (2 winkels en 7 appartementen) en Marcelisstraat 71-73 (4 eengezinswoningen) was de locatie aan de Vijzelstraat nr. 75 gereserveerd om er een parkeergelegenheid te realiseren. Voor beide plannen was parkeren op eigen terrein namelijk noodzakelijk. De vergunninghouder had in samenspraak met de gemeente de Vijzelstraat op het oog om daar de parkeerbehoefte op te lossen zodat aan de voorwaarde van de gemeente wordt voldaan. Dit is destijds besproken met de afdeling mobiliteit (parkeren en de jurist van de gemeente. Deze hebben goedkeuring gegeven voor deze oplossing en zodoende werd er voldaan aan de voorwaarde uit de omgevingsvergunning.
1) Is het College op de hoogte van deze situatie?

Doordat er terecht klachten vanuit de buurt waren over het parkeerterrein aan de Vijzelstraat nr. 75 zijn schriftelijke vragen gesteld over de realisatie van het parkeerterrein achter de Vijzelstraat nr. 75. Het college heeft hierop gereageerd en aangegeven dat er geen parkeerterrein gerealiseerd mag worden (RIS306589).

Vanaf dit moment ontstaat er een impasse. 

2) Is het college het er mee eens dat samen met de ontwikkelaars van de locaties aan de Badhuisstraat en de Marcellisstraat gezocht moet worden naar een oplossing om de parkeerbehoefte op een andere locatie dan aan de Vijzelstraat op te lossen? Zo neen, waarom niet?

De gemeente heeft de locatie aan de Vijzelstraat 75 destijds geaccepteerd als parkeren op eigen terrein. De ontwikkelaar is pas overgegaan tot de koop van het perceel nadat zij te horen hebben gekregen dat deze locatie voldeed en zodoende aan de voorwaarde werd voldaan.

Met deze impasse is de vergunninghouder in spagaat terecht gekomen. De appartementen aan de Badhuisstraat durven zij niet in verkoop te nemen. Als men geen parkeervergunning kan krijgen of geen parkeerplek hebben, zijn deze appartementen onverkoopbaar. Ook voor de Marcelisstraathangt het plan aan een zijde draadje.  

3) Is het college het er mee eens dat stagnering van de bouwactiviteiten aan de Badhuisstraat en Marcellisstraat onwenselijk zijn? Zo neen, waarom niet?

4) Is het college bereidt om samen met de ontwikkelaars tot een oplossing te komen voor de realisatie van parkeerplekken en met hen in gesprek te treden. Zo neen, waarom niet?