Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Meinesz de volgende vragen:
- Waarom is ervoor gekozen om de werkzaamheden aan de Haarlemsestraat te starten vlak voor de bouwvak en midden in het toeristisch hoogseizoen?
2. Klopt het dat ondernemers in bijvoorbeeld de Haarlemsestraat pas deze week door de gemeente zijn geïnformeerd over de onbereikbaarheid van hun parkeerterrein?
3, Kan het college aangeven of er meer projecten zijn gestart vlak voor of tijdens de bouwvakvakantie, waarbij de bereikbaarheid voor bewoners of ondernemers ernstig wordt beperkt?
4. Hoe verhoudt zich dit tot de verplichting van de gemeente om bewoners en ondernemers tijdig, volledig en schriftelijk te informeren over werkzaamheden die grote impact hebben op hun bedrijfsvoering?
5. Deelt het college de mening dat het inplannen van deze werkzaamheden in september of oktober aanzienlijk minder schade had toegebracht aan ondernemers en gastenverblijfexploitanten? Zo nee, waarom niet?
6. Waarom is het voorstel om het braakliggende terrein in de Haarlemsestraat tijdelijk open te stellen voor parkeerders van de B&B’s direct afgewezen, terwijl er nu al auto’s van de aannemer op datzelfde terrein staan?
7. Welke alternatieven heeft het college zelf actief onderzocht om de ondernemers te ondersteunen en zijn er parkeerplaatsen op loopafstand specifiek voor toeristen van deze accommodaties beschikbaar gesteld?
8. Wat vindt het college van de suggestie om direct een flexibele parkeervergunning of tijdelijke ontheffing in te stellen voor toeristen van B&B’s, die last-minute boeken en niet vooraf een kenteken kunnen aanleveren?
9. Welke financiële compensatie is beschikbaar voor ondernemers die door deze planning aantoonbaar boekingen verliezen?
10. Hoe gaat het college in de toekomst voorkomen dat zulke ingrijpende werkzaamheden opnieuw precies in het hoogseizoen plaatsvinden, zonder fatsoenlijke communicatie en planning met ondernemers?
Jelle Meinesz
Hart voor Den Haag