Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Bom de volgende vragen:
- Is het college bekend met de artikelen aangaande dierenmishandeling in Duindorp en Leidschenveen-Ypenburg (1) en (2)?
- Deelt het college de mening van Hart voor Den Haag dat, na het constateren van twee van dit soort flagrante gevallen, de opsporing van dierenbeulen moet worden geïntensiveerd? Zo nee, waarom niet?
3. Kan het college aangeven hoeveel BOA’s op dit moment belast zijn met de opsporing van dierenmishandeling?
4. Kan het college aangeven wat de resultaten zijn van het meldnummer 144?
5. Deelt het college de mening van Hart voor Den Haag dat een awareness campagne over het bestaan van meldnummer 144 nodig is om het nummer bekender te maken? Zo ja, is het college bereid daar zo spoedig mogelijk mee te beginnen? Zo nee, waarom niet?
6. Is het college bereid tot het nemen van aanvullende strafmaatregelen, bovenop de landelijk bepaalde strafmaat, zoals een houd- of zelfs vestigingsverbod voor veroordeelde dierenmishandelaars? Zo nee, waarom niet. Graag een gedetailleerde uitleg.
Coen Bom
Hart voor Den Haag
(1) https://www.denhaagfm.nl/dhfm/4916698/dode-hond-en-verwaarloosde-hond-uit-huis-gehaald-in-duindorp