Datum: 13 augustus 2025

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Hart voor Den Haag ontvangt al wekenlang meldingen van ernstige overlast door groepen jongeren op fatbikes in de omgeving van de Strausslaan en het Strausspad. Bewoners spreken van intimidatie, bedreiging, vernielingen, gevaarlijke verkeerssituaties en een voortdurend gevoel van onveiligheid. Volgens meldingen is er tot nu toe geen merkbare verbetering en voelen bewoners zich in de steek gelaten.

Overeenkomstig art. 32 van het Reglement van orde stelt raadslid Ralf Sluijs, Hart voor Den Haag, de volgende vragen:

  1. Herkent het college het beeld dat de Strausslaan en het Strausspad al wekenlang te maken hebben met ernstige overlast door groepen jongeren op fatbikes, waaronder bedreigingen, vernielingen en gevaarlijke verkeerssituaties?

  2. Welke signalen en meldingen hierover zijn de afgelopen weken bij de gemeente, politie en/of handhaving binnengekomen? Kunt u deze per type incident (bijvoorbeeld bedreiging, vernieling, gevaarlijke verkeerssituatie) uitsplitsen?

  3. Welke maatregelen zijn tot nu toe genomen om deze overlast aan te pakken?

  4. Hoe vaak is er de afgelopen maand daadwerkelijk handhavend opgetreden?

  5. Hoe vaak is daarbij proces-verbaal opgemaakt of zijn jongeren aangehouden?

  6. Waarom is er tot op heden geen zichtbare of voelbare verbetering voor bewoners, ondanks de meldingen en klachten die volgens hen al weken spelen?

  7. Is het college bereid om de Strausslaan en het Strausspad per direct aan te wijzen als hotspotlocatie, zodat politie en handhaving extra bevoegdheden hebben en sneller kunnen optreden? Zo nee, waarom niet?

  8. Is het college bereid om in dit gebied een samenscholingsverbod in te stellen en dit actief te handhaven? Zo nee, waarom niet?

  9. Hoe wordt momenteel de identiteit van deze jongeren achterhaald, en in hoeveel gevallen is dit de afgelopen weken daadwerkelijk gelukt?

  10. Is het college bereid om een lik-op-stukbeleid te voeren in Waldeck, waarbij overtreders direct worden beboet of doorverwezen naar Halt, en dit publiekelijk zichtbaar te maken in de wijk?

  11. Hoe wordt de communicatie met bewoners vormgegeven, zodat zij weten welke maatregelen worden genomen en welke resultaten worden geboekt?

  12. Is het college het met Hart voor Den Haag eens dat het onacceptabel is dat bewoners delen van hun eigen buurt mijden uit angst voor overlast gevende jongeren? Zo ja, welke directe acties gaat het college ondernemen om te zorgen dat bewoners zich weer veilig voelen in hun eigen wijk?

Ralf Sluijs
Hart voor Den Haag