Overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Rita Verdonk en Coen Bom (Hart voor Den Haag) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.
1. Is het college bekend met het artikel “zwembaden mogen dochter van Mahwish niet meer weigeren in boerkini”? (1)
2. Is de volgende zin uit het artikel juist? “Na klachten van een islamitische moeder wier dochter met bedekkende zwemkleding de toegang enkele keren is ontzegd, heeft de gemeente de richtlijnen aangepast.”
3. Kan het college aangeven welke richtlijnen hier worden bedoeld?
4. Zijn deze richtlijnen inderdaad aangepast?
5. Kan het college aangeven wie het besluit heeft genomen om deze richtlijnen aan te passen en waarom zijn de bedoelde wijzigingen niet voorgelegd aan de gemeenteraad?
6. Is het college het eens met de stelling dat vrouwen en mannen gelijk dienen te worden behandeld? (Artikel 1 Grondwet)
7. Wat is de mening van het college over het feit dat er meisjes zijn, binnen de moslimgemeenschap, die door hun ouders gedwongen worden om zich te bedekken, terwijl dat voor jongens niet geldt? Kan dit gezien worden als discriminatie?
8. De reden dat er meisjes/vrouwen zijn die zich moeten bedekken, binnen de moslimgemeenschap is dat het vrouwenlichaam als onkuis wordt beschouwd. Graag de mening van het college hierover.
9. Wat is de mening van het college over het op deze manier seksualiseren van het vrouwenlichaam?
10. Wordt het niet eens tijd dat het college gaat uitdragen wat onze culturele waarden zijn, als het gaat over de gelijkheid tussen man en vrouw?
11. De wethouder, verantwoordelijk voor emancipatie, sprak laatst haar solidariteit uit voor de vrouwen in Iran, die vechten voor hun vrijheid. De wethouder/het college kan nu door daden laten zien dat alle vrouwen (ook jonge moslimmeisjes) in ons eigen land net zo vrij zijn als jongens. Is de wethouder/het college daartoe bereid?
Rita Verdonk, Coen Bom
Hart voor Den Haag