Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde stelt het raadslid Roopram (Hart voor Den Haag/Groep de Mos) de volgende vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

Vandaag 10 oktober is het Wereld Daklozendag. Dakloos zijn of worden is iets wat ons allemaal kan overkomen. Zaak is dan ook dat iemand die in deze situatie terecht komt, snel en adequaat wordt geholpen. In Gouda (1) en Rotterdam lopen momenteel zeer succesvolle pilots waarbij de daklozenhulp uitgebreid wordt met alle mogelijke voorzieningen voor iemand dit in deze situatie dreigt te komen.

 1.  Is het college bekend met de pilot van de uitbreiding van de daklozenhulp in Gouda en Rotterdam en hoe staat het college tegen invoering van het onder één dak brengen van alle daklozenhulp in Den Haag?

 2.  Het onder één dak brengen van alle daklozenhulp zien we als volgt voor ons: naast het aanvragen van een briefadres, kan direct een aanvraag voor een uitkering of baan, een aanvraag voor het traject schuldhulpverlening en ook direct een aanvraag voor medische hulp, zowel geestelijk als lichamelijk ingediend worden. Kan het college zich voorstellen dat het hele traject tussen dakloos worden en het leven weer op de rit krijgen, hierdoor aanzienlijk versneld kan worden? Zo ja, staat het college open om deze pilot ook in Den Haag door te voeren? Zo nee, waarom niet?

 3.  Met directe hulp in de vorm van schuldhulpverlening kan de kans op eventuele huisuitzetting voorkomen worden. Is het college het met ons eens dat voorkomen altijd beter is dan genezen, zeker gezien de spanningen op de huidige huizenmarkt? Zo nee, waarom niet?

 4.  Is het college het met ons eens dat het huidige traject van aanmelden bij het daklozenloket, wachten op een eventueel briefadres, een uitkering, in gang zetten van het traject schuldhulpverlening en wat er verder nodig is om iemands leven weer op de rit te krijgen, in de huidige situatie veel te lang duurt, wat absoluut niet bevorderlijk is voor iemands geestelijke- en lichamelijk gestel? Zo nee, waarom niet?