1. Is het college bekend met het plan Verheeskade 25, waar 1.350 woningen gerealiseerd kunnen worden, waarvan ongeveer 25% zal worden geëxploiteerd door een woningcorporatie, zijnde Arcade? Zo ja, is het college bekend met het feit dat het bouwplan, gegeven het stadium waarbinnen de plangeving zich bevindt, snel kan worden gerealiseerd, als het ingediende plan door de gemeente wordt omarmd?
  2. Heeft het college gezien de grote woningnood de bereidheid het volgende subiet te ondernemen?:
    – De gebiedsvisie NvU Laakhaven zodanig aan te passen en deze zo spoedig mogelijk aan de raad ter vaststelling aan te bieden, zodat het plan Verheeskade 25 zo snel mogelijk in behandeling wordt genomen; 

– Nadat de aangepaste NvU Laakhaven is vastgesteld, zo spoedig mogelijk via een specifieke Nota van Uitgangspunten voor de Verheeskade 25 de benodigde beleidsafwegingen aan de gemeenteraad te presenteren. 

3. Waarom hanteert u als college een rigide opstelling ten aanzien van de Plas van Reef? Deelt het college de mening dat de navolgende zin uit het coalitieakkoord het denkproces over dit kansrijke gebied onnodig stilzet? “Er zal in deze raadsperiode geen bouwplanontwikkeling plaatsvinden rond de Plas van Reef.” 

4. Wil het college juist wél in de meedenkmodus? Zo ja, zou het college zich dan voor de komende periode willen richten op een tweetal speerpunten inzake de Plas van Reef?

A: Het zo snel mogelijk tot u nemen van de second opinion van Bureau Waardenburg op het reeds in opdracht van de ontwikkelcombinatie uitgevoerde (ecologisch) onderzoek naar de ecologische waarden van de Plas van Reef. Conform afdoening motie: ‘Geen bouw in de natuurplas van Reef’, met kenmerk DSO/10308930 RIS312128 worden de resultaten van dit onderzoek begin 2024 aan de raad voorgelegd. 

B: Het liefst in samenhang met de GAVI-kavel en Vlietzone opstellen van de gebiedsagenda Plas van Reef, die recht doet aan de belofte aan de raad in de afdoening van de motie:

‘Op basis van de resultaten van het verkennend onderzoek, zal het uiteindelijke doel zijn om de Plas van Reef een waardevolle toevoeging met diverse functies te laten worden voor de stad Den Haag en in het bijzonder voor het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg.’

Onderstaand een aantal handreikingen om dit verder te concretiseren: 
– een ontwikkelingsperspectief voor de Plas van Reef; 
– uitgangspunten voor stedenbouwkundige opzet, programmatische profiel, mobiliteit, buitenruimte en groen; 
– uitgangspunten voor verdichten, vergroenen en verduurzamen; 
– agenderen van de nog niet opgeloste kwesties en agenda van deeluitwerkingen, zoals voorzieningenstructuur, mobiliteit, buitenruimteplan;
– aanzet tot haalbaarheidsanalyse (mobiliteit, civiel, juridisch, financiën en dergelijke); 
– opzet voor een voorstel voor een meedenk- en communicatietraject met het stadsdeel, te organiseren rond de gebiedsagenda en de uitwerkingen daarvan. Zie hiervoor ook de zienswijze ontwerpbestemmingsplan Ypenburg A12 zone (referentienummer: D211403/CVI/dbl, waarop wij graag u gedetailleerde antwoord willen ontvangen. 

5. Kan het college duiden wat de voortgang is van de zogeheten ‘participatiestrategie’ die zij voert ten aanzien van de Zevensprong? Kan het college daarbij ook aangeven of de door u aangegeven herinrichting van de Zevensprong, welke volgens u medio 2025 zou gaan plaatsvinden, volgens plan verloopt? 


6. Kan het college duiden hoe zij van een ‘participatiestrategie’ kan spreken als u de grootgrondbezitter van het gebied, de heer Maasbach, stelselmatig negeert en niet wil ingaan op zijn plannen voor het gebied. Sterker nog, hem nooit enig antwoord is gegeven? Graag een getailleerd antwoord, waarbij u s.v.p ook gedetailleerd ingaat op de rappelbrief van dhr. Maasbach d.d. 9 januari 2024, zijn brief ‘Urgent verzoek: Herinrichting Zevensprong met 2.000 nieuwbouwwoningen’ d.d. 12 oktober 2023 en zijn brief ‘Open Brandbrief: Urgent Verzoek: Uw goedkeuring voor 2.000 woningen aan de Zevensprong’ d.d. 8 april 2022. Graag bij uw antwoord vermelden waarom ambtenaren tegen dhr. Maasbach hebben gezegd dat de verantwoordelijk wethouder niet met hem in gesprek wil, zeker ook omdat Hart voor Den Haag daar bij commissievergaderingen herhaaldelijk op heeft gewezen. Uit RIS-stuk 317806 blijkt dat de raad in het eerste kwartaal separaat over dit plan geïnformeerd zou worden.   

7. Deelt het college de mening dat het niet reageren op burgers in het algemeen – en zeker ten tijde van grote woningnood, een verkeerschaos rondom de Zevensprong en het feit dat de Zevensprong een prioriteitsgebied is, het niet reageren op de woningbouwsuggestie van dhr. Maasbach in het bijzonder – getuigt van onbehoorlijk bestuur? 

8. Heeft het college de bereidheid om te komen tot een integrale gebiedsvisie Zevensprong, waarbij het voorstel van dhr. Maasbach, de verkeersdrukte en het probleem van de Zevensprong als prioriteitsgebied aan elkaar worden gekoppeld? Graag een getailleerd antwoord. 

9. Deelt het college de mening dat het gezien de huidige omstandigheden in de bouw- en vastgoedmarkt zeer onwenselijk is om vast te houden aan uw starre houding dat er alleen maar gebouwd mag worden in gebieden die aangewezen zijn voor gebiedsontwikkeling, te weten: CID, Binckhorst en Zuidwest? Zo ja, wil het college per heden ook inzetten op (kleinere) vastgoedprojecten buiten de gebiedsontwikkelen? In dat geval ontvangen we graag een volledig overzicht van de (kleinere) projecten die in relatief korte periode van start kunnen gaan en waarvan de bouw voor 1 januari 2026 kan beginnen. 

Graag in uw antwoord sowieso volgende projecten meenemen:

– De Hooghe Rijn, Prins Bernard Viaduct, 600 woningen plus kantoorruimte;

– Escher Gardens, Waldorpstraat, 1.200 woningen plus kantoorruimte;

– Parkeergarage Zilvertoren, Beatrixlaan, 800 woningen plus kantoorruimte en parkeren;

– TorenC, Spuiplein, 200 woningen;

– Winkelcentrum Leyenburg, 125 woningen plus een upgrade van het winkelcentrum;

– Groene Poort, achter Zeestraat, 50 woningen;

– Catharinaland, Mariahoeve, 40 woningen.

10. Kan het college in een gedetailleerd antwoord een update geven inzake de bouwontwikkeling van Bellevue en The Grace, respectievelijk 1.200 en 1.400 woningen? 

11. Het college heeft naar aanleiding van de conclusie van een onderzoek van vakblad PropertyNL over de mogelijkheid om te bouwen in Nederlandse gemeenten, waar Den Haag met een rapportcijfer van 4,4 onderaan het lijstje stond, een ambtelijke werkgroep in het leven geroepen om deze erbarmelijke status van de gemeente op te vijzelen. Deelt het college de mening dat het weinig gepast is om de slager het eigen vlees te laten keuren, omdat het slechte klimaat volgens het vakblad juist door moeilijkheden in het ambtelijke apparaat van de gemeente wordt veroorzaakt? Graag een gedetailleerd antwoord.

12. Nog steeds ervaren ontwikkelaars, gezien ook deze vragenronde, een verkokerd beleid en klagen zij dat ze van het kastje naar de muur worden gestuurd. Wil het college middels een onafhankelijk onderzoek naar het functioneren van de dienst DSO er alsnog achter komen waarom er halsstarrig wordt vastgehouden aan regels en waarom er niet genoeg gekeken wordt naar mogelijkheden om de vastgelopen bouwproductie weer op gang te brengen? Graag een gedetailleerd antwoord. 

13. Heeft het college de bereidheid om samen met woningcorporaties en de vastgoedsector een taskforce op te richten die aan de slag gaat om nieuwe projecten in de stad te starten? Zo ja, wilt u daarbij onderzoeken of het ambtelijk apparaat genoeg in staat is om de bouwopgave te faciliteren en of een flexpool van planjuristen, onderhandelaars en mensen met specifieke kennis op het gebied van wonen voor de Haagse regio geschikt kan zijn om de afdeling DSO te ontlasten? Graag een gedetailleerd antwoord. 

14. Deelt het college de mening dat constructief overleg met de vastgoedsector van cruciaal belang is? Zo ja, deelt het college de mening dat de gemeente, naar analogie van de gemeente Rotterdam, een Platform Overleg Den Haag moet gaan oprichten, waarin leden van de Haagse Tafel Wonen, de stichting Den Haag Nieuw Centrum en de stichting Wonen in Den Haag belangrijke leden moeten zijn? Graag een gedetailleerd antwoord, waarin u betrekt dat Rotterdam met zulke overlegstructuren goede bouwresultaten heeft geboekt.

15. Het college heeft een bouwambitie van 4.000 woningen per jaar gesteld. Volgens projectontwikkelaars heeft u over 2023 nog geen 2.000 woningen gerealiseerd. Uw eigen cijfers (RIS315804) spreken van over 2.650 woningen. Hoe het ook zij, het college haalt haar bouwambitie bij lange na niet. Hoe gaat het college hier verbetering in brengen? Graag een gedetailleerd antwoord.