8 april 2015: Beantwoording Schriftelijke vragen betreft Strafdifferentiatie Horecaondernemers

Den Haag, 10 maart 2015

Overeenkomstig Artikel 30 van het Reglement van Orde en naar aanleiding van uw brief d.d. 10 februari 2015 waarbij u zegt de op 13 november 2014 aangenomen motie (RIS 278562) pas in januari 2016 in werking te laten treden, stellen de raadsleden De Mos (Groep de Mos / Ouderen Partij Den Haag) en Elissen (PVV) vragen aan de voorzitter van de Haagse gemeenteraad.

1) Wat gaat u doen om horecabazen, die buiten hun schuld om worden geconfronteerd met een dreigende sluiting, in de periode dat de aangenomen motie nog niet in werking is getreden, bij te staan?

2) Bent u bereid om anticiperende op de komende beleidswijziging, in de praktijk de mate van verwijtbare schuld mee te nemen in de te differentiëren straftoemeting? Zo neen, waarom niet?

Voor strandtenthouders heeft u een convenant afgesproken tussen politie, gemeente en strandtenteigenaren om te voorkomen dat er, net als vorig jaar, paviljoens hun deuren moeten sluiten vanwege de handel in verdovende middelen.

3) Kunt u daarbij garanderen dat er geen gedwongen sluitingen zullen zijn als de horecaondernemer geen verwijtbare schuld heeft aan eventuele afkeuringswaardige incidenten binnen hun etablissement? Zo neen, waarom niet?

 

R. de Mos                                                                                         A. Elissen

Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag                                       PVV