Het raadslid de heer R. de Mos heeft op 10 januari 2013 een brief met daarin zeven vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Richard de Mos, fractievoorzitter van Groep de Mos, wil dat de gemeente samen met de Haagse voetbalclubs om de tafel gaat voor het maken van een convenant met een pakket maatregelen om het geweld in het amateurvoetbal uit te bannen.

1. Bent u bekend met de volgende berichten ‘Minder voetbalgeweld; wel steeds heftiger’ (1), ‘Toch weer negatieve uitlatingen tegen scheidsrechter'(2), en ‘Dood grensrechter maakt veel los'(3),
Ja.

De voorzitter van de Haagse Scheidsrechters Vereniging (HSV), Jos Straver, heeft gesteld dat incidenten op voetbalvelden in de regio Den Haag steeds geweldadiger worden. Tevens stelt hij dat het geweld een maatschappelijk probleem is.

2. Wilt u het ijzer smeden nu het heet is en kunt u toezeggen dat u samen met alle Haagse voetbalclubs om de tafel gaat om een convenant op te stellen, dat geweld op en rondom amateurverenigingen moet uitbannen middels een registratiesysteem dat ervoor zorgt dat spelers met wangedrag niet van de ene naar de andere club kunnen overstappen?

In het kader van “Zonder respect geen voetbal” organiseert de KNVB diverse bijeenkomsten in de regio voor de voetbalverenigingen waarin ideeën kunnen worden besproken over maatregelen en/of op te leggen sancties. De KNVB, district West 2 heeft in overleg met de gemeente Den Haag een Plan van Aanpak “Sportiviteit en Respect in Den Haag” in concept opgesteld. Na de eerder genoemde regiobijeenkomsten zal er een specifieke avond voor de Haagse voetbalverenigingen worden georganiseerd waarbij de ondersteuningsbehoefte van de voetbalverenigingen wordt geïnventariseerd en het aanbod van mogelijke ondersteuningstrajecten wordt gepresenteerd. Wij ondersteunen de KNVB in deze aanpak.

De gemeente zelf heeft geen directe middelen om geweld op het sportveld te voorkomen. Op het veld gelden de regels van de bond. Bij wangedrag is eerst de bond en in sommige gevallen parallel of volgtijdelijk de politie/justitie aan zet. Daarom kan alleen in een goed op elkaar afgestemde samenwerking wangedrag worden tegengegaan en worden bestraft. Dat gebeurt nu dus ook.

Wij zijn ons er terdege van bewust dat er meer maatregelen noodzakelijk zijn om geweld/agressie op de velden tegen te gaan. Echter de aanpak zal vooral door de verenigingen/sportbonden moeten worden verzorgd. Primair hebben wij daar als gemeente geen verantwoordelijkheid in. Wel zullen wij de verenigingen/sportbonden ondersteunen in de aanpak door hun opgestelde maatregelen.

3. Wilt u bij de clubs ook navragen of zij steun nodig hebben vanuit de gemeente bij het royeren van agressieve en gewelddadige spelers?
Ja, in het overleg met de KNVB en met de Haagse voetbalverenigingen wordt gevraagd naar de behoefte aan ondersteuning.

Regionaal jeugdscheidsrechter Gerard van der Meij stelt dat jeugdspelers eerder door het lint gaan dan vroeger.

4. Kunt u in het op te stellen convenant afspraken maken aangaande omgangsvormen die gaan gelden bij alle Haagse clubs en kunt u bij het maken van deze afspraken de Brede Buurtvereniginggedachte verder gestalte geven?

Nee, zoals de beantwoording bij vraag 2 zijn de sportbond en de sportverenigingen zelf verantwoordelijk voor de regels. Als de KNVB en de voetbalverenigingen besluiten om afspraken in een convenant vast te leggen zullen wij ook hier ondersteuning bieden.

In eerdere Raadsvragen van mijn hand (RIS 176195) stelt u dat voetbalverenigingen zelf verantwoordelijk zijn voor de financiële huishouding.

5. Deelt u de mening dat het opstellen van een convenant tussen gemeente en clubs de ideale kans is om het Haagse voetbal, naast geweldvrij, ook gezond te maken? Zo ja, wilt u dan in het te maken convenant ook duidelijke afspraken maken over andere zaken die nadelige effecten hebben op clubs, zoals wanbetalers en het tekort aan vrijwilligers?

Ondersteuning aan sportverenigingen wordt op velerlei gebieden geboden, ook ten aanzien van financiën en vrijwilligers. Deze ondersteuningstrajecten zijn echter specifiek en moeten ook zo worden behandeld, gericht op de behoefte van de sportvereniging. Wij zijn van mening dat in een eventueel op te stellen convenant geen verschillende ondersteuningstrajecten met sancties moeten worden gecombineerd.

6. Ziet u wat in een beloningssysteem vanuit de gemeente, onder andere door aanpassingen in de huidige subsidieregelingen, voor clubs die een preventieprogramma geweld hebben ontwikkeld en geïmplementeerd? Zo ja, wilt u dit met de Haagse verenigingen gaan bespreken?

Voor het ondersteunen van programma’s is het aanpassen van subsidieregelingen niet noodzakelijk. Als er een positief preventieprogramma geweld tot stand komt en de implementatie bij sportverenigingen een financiële investering behoeft zijn wij bereid de Haagse Sportverenigingen hierbij te ondersteunen. Uiteraard is dit wel afhankelijk van meerdere factoren, zoals realiteit van programma, de kosten en het draagvlak binnen de Haagse sportwereld.

Jan Straver van de Haagse Scheidsrechters Vereniging (HSV) stelt dat clubs uit Het Westland niet graag in Den Haag komen voetballen. Iets dat slecht is voor het imago van onze stad.

7. Heeft u de bereidheid om tijdens het overleg met de clubs dit probleem te bespreken en gezamenlijk op te lossen, zodat Den Haag gezien kan worden als Sportstad aan Zee, waar het goed sporten en ontspannen is? Zo neen, waarom niet?

Wij zijn er niet van overtuigd dat dit een algemeen beeld is. In een grote stad met veel voetbalverenigingen zijn er altijd voorbeelden die het imago van de stad negatief beïnvloeden. Alleen een algemene aanpak tegen agressie kan een positieve uitwerking hebben op het imago. Imagoverandering vergt echter een lange adem.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen