De voorzitter van de Gemeenteraad heeft herhaaldelijk gesproken over respectvol met elkaar in de Raad om te gaan. Dit betreft inclusief de wethouders. Wantrouwen moet beslecht worden en er moet vooral worden samengewerkt. Aan de uitingen van de voorzitter van de Raad moesten wij denken bij de beantwoording op onze vragen van 12 augustus 2022 RIS312943.

De beantwoording getuigt niet van respect voor de raadsleden, wij weten natuurlijk dat het college van B en W de vragen beantwoordt maar het is toch altijd direct een portefeuillehouder die in eerste instantie hiervoor verantwoordelijk is. Met name de beantwoording van de vragen 3 en 4 lijken toch enige minachting in zich te dragen. Wij achten de burgemeester in het bijzonder verantwoordelijk voor een beschaafde omgang met de raadsleden. Wellicht is hier ook een rol weggelegd voor de Gemeentesecretaris die toch ook verantwoordelijkheden heeft ten aanzien van de ambtenaren die het college met de beantwoording ten dienste zijn. Het zou fijn zijn als de dienstbare ambtenaren ook voor ogen houden dat de Gemeenteraad het hoogste orgaan is. En geen tegenstander

Onder verwijzing naar het desbetreffend artikel van het Reglement van Orde stellen wij de volgende aanvullende vragen.

  1. In de bijlage treft het college aan een reactie van een Haagse burger die rechtstreeks te maken heeft met het programma Noord Boulevard. De desbetreffende burger geeft een inzicht over de inhoud van de stand van zaken van dit project. Kan het college de afwijkingen verklaren tussen de gegevens in de bijlage en de beantwoording van de schriftelijke vragen? Zo niet, waarom niet en waar zitten dan de feitelijke onjuistheden?
  2. Waarom verschaft de gemeente niet de gegevens waartoe de rechter de gemeente verplicht heeft?
  3. Wil het college aan de Raad de gegevens verschaffen welke ondanks de rechtelijke uitspraak niet openbaar gemaakt zijn? Eventueel vertrouwelijk, zo niet waarom niet?
    a. Bevindt zich in de niet openbaar gemaakte gegevens ook zaken die niet bekend zijn bij de Raad?
    b. Indien dit het geval zou zijn wil het college de geheimgehouden gegevens onverwijld delen met de Raad, opdat de Raad zijn controlerende taak kan verrichten.
  4. In de beantwoording van 20 oktober 2022 op vraag 3, over de hoeveelste kostenoverschrijding aan de orde is, deelt het college mee dat het daarvan geen overzicht heeft
    a. Begrijpen wij dat de ambtelijke dienst volledig losgeslagen is en geen enkel inzicht of overzicht heeft in wat er gebeurt.?  
    b. Acht het college deze beantwoording in lijn met hetgeen in de gemeentewet artikel 155 staat
    c, Hoe ziet het college de overschrijdingen welke de afgelopen 4 jaar om de haverklap aan/in de Raad gemeld werden met de excuses van de desbetreffende wethouder?
    d. Is het wellicht beter dat de raadsleden via de WOO aan de informatie komen?
    e. Heeft de Rekenkamer of de Accountantsdienst ook geen inzicht in de vele overschrijdingen
    f. Waarom houdt het college eigenlijk niet bij hoeveel overschrijdingen er zijn?
    g. Het zou toch normaal zijn – al was het alleen maar om te weten welke dienst of welke portefeuillehouder er een potje van maakt of positief gezegd – hoe er een verbeterproces kan worden ingezet?
  5. De beantwoording van 20 oktober op vraag 4 kan niet anders gezien worden als bestuurlijk kannibalisme.
  6. De beantwoording op vraag 4 is een bevestiging voor de inwoners van Den Haag dat het college van Burgemeester en wethouders zich niet aan de regels houdt; zich boven de wet en regels te stellen. Draagt dit bij aan herstel van vertrouwen in het stadsbestuur? Zo ja waaruit blijkt dat?
  7. In de beantwoording (vraag 5) wordt gesproken over gebrek aan capaciteit. Dat is interessant. Hiermee kan voortaan elk gerechtelijke uitspraak door het college naast zich neergelegd worden. Is het college zich bewust dat dit antwoord in een rechtsstaat als de Nederlandse als bestuurlijk kannibalisme gekenschetst kan worden?
  8. a. Bijzonder is dat het collegeakkoord van 2022 – 2026 nog eens voor 9 miljoen op het ambtelijk apparaat gaat bezuinigen, is dat de opmaat naar nog verdere schoffering; ? De burger kan er dan nog minder van op aan dat een vonnis door de gemeente uitgevoerd zal worden. Immers met het argument capaciteitsproblemen wordt alles afgedekt. In de tussentijd geldt in de rest van Nederland; een vonnis blijft een vonnis.

b. Capaciteitsproblemen, terwijl alle informatie direct beschikbaar en al in de eerdere zittingen bij de rechter aan de orde waren, anders kon men niet beslissen om de gegevens niet openbaar te maken?

9. Naar aanleiding van het antwoord op vraag 9 deze vervolgvraag. Meer uitgeven dan waarvoor een krediet is aangevraagd is toch niet anders te zien als onrechtmatig verplichtingen aangaan. Meer uitgeven dan je hebt. Het college deelt mede dat zij dit integer vinden. Nu is bekend dat het college als het over Hart voor Den Haag gaat een aparte eigenstandige invulling heeft van de adagia van de rechtsstaat, maar het vooraf aangaan van verplichtingen ten laste van de gemeente zonder dat daar een besluit voor is genomen is toch ten minste in strijd met de regels die in het gemeentelijk recht bestaan. Je kunt geen uitgaven doen zonder dat je daarvoor een besluit hebt gekregen van het bevoegde orgaan. Vindt het college dat bij overschrijdingen van raadskredieten die onvoldoende gedekt zijn er sprake is van niet integer handelen of zelfs direct in strijd met het recht.

Constant Martini
Arjen Dubbelaar
Hart voor Den Haag