Voorzitter,

Nadat de betrokken Hart voor Den Haag leden en ondernemers na een 3,5 jaar durende hel op alle ten laste leggingen zijn vrijgesproken, hebben wij geen wraakzuchtige houding ten toon gespreid over alle valse aantijgingen aan ons adres, geen boosheid over de uitsluiting van onze hele partij die door drie partijen is gedaan op basis van een verdachtmaking en door framing.

Nee, wij hebben ingezet op verzoening en willen het klip en klare vonnis van de rechters recht doen.

Daarom hebben we de huidige coalitie een aanschuifvariant aangeboden, waarbij niemand weg hoeft uit het college, maar Hart voor Den Haag er wél bij moet.

Die variant zal de steeds verder opgelopen polarisatie het hoofd kunnen bieden en zal het broze vertrouwen van de kiezer in de politiek kunnen herstellen.

Onze burgervader gaf de gemeenteraad twee weken geleden na een urenlang debat een opdracht mee. ‘Ga met elkaar op zoek naar een verbindende oplossing.’

Dat hebben we gedaan voorzitter,

Op ons initiatief zijn er circa 20 gesprekken gevoerd met fracties en collegeleden. Sommige gesprekken verliepen soepel en her en der merkten we openingen. Bij andere gesprekken bleef de deur potdicht.

Voorzitter, wij blijven vandaag onze hand naar alle coalitiepartijen uitsteken met de meer dan billijke aanschuifvariant.

Daar zijn we ook de boer mee opgegaan, maar we lijken er niet verder mee te komen, omdat onze uitgestoken hand niet door iedereen wordt aangenomen.

Daar waar wij in 2019 binnen 24-uur werden afgedankt, zijn we nu weken – en sloten koffie – verder na 21 april, de dag waarop volledige vrijspraak volgde, waarop bleek dat de grootste partij in de stad als winnaar van de gemeenteraadsverkiezingen op oneigenlijke gronden buiten het college is gehouden.

Wij vinden dat de stad vandaag duidelijkheid verdient: gaan we onderhandelen of niet?

Het is naar de stad, waarvan volgens een peiling 64% van de Hagenaars, Hagenezen, Scheveningers en Loosduiners vindt dat Hart voor Den Haag terug in het college moet, toch niet uit te leggen dat er niets met de uitspraak van de rechters en niets met de verkiezingsuitslag van vorig jaar wordt gedaan?

Hoe serieus kunnen we de werkgroep, die is ingesteld om de lage verkiezingsopkomst bij de volgende verkiezingen te verbeteren, nog nemen als onze uitgestoken hand, niet wordt aangenomen?

Voorzitter,

Onze fractie hoopt vurig dat we de door de zaak diep geslagen kloof, zowel in de raad als in de stad, kunnen dichten, maar dan is er wél meer nodig dan alleen gesprekken.

‘Uitzonderlijke situaties vragen uitzonderlijke ingrepen’, stelde oud-PvdA-wethouder Noordanus. Hij vindt het een plicht aan de stad. ‘Veel mensen hebben hun vertrouwen aan Hart voor Den Haag gegeven, dan moet je kijken of er een plek is in het college.’

Ook oud-VVD-wethouder Huffnagel is voorstander, ‘het zorgt voor een breder draagvlak in de stad.’

‘Politiek is ook elkaar wat gunnen’, vindt oud-D66-wethouder De Jong. ‘Het is belangrijk dat Hart voor Den Haag uit het verdomhoekje komt.’

Voorzitter,

We proeven in dit huis nog weinig van de wijze woorden van deze oud-wethouders.

Het is zelfs twijfelachtig of de Haagse gemeenteraad het vertrouwen in Rachid Guernaoui en ondergetekende gaat uitspreken. Wij werden als wethouders ten onrechte weggestuurd. Een eerste rehabilitatie is, met het aannemen van onze motie, dus meer dan op zijn plaats. Het zou slechts een beperkt eerste doekje voor het bloeden zijn na 3,5 jaar gecriminaliseerd geweest te zijn. Maar wel een doekje waar wij grote behoefte aan hebben. De rechters hebben ons volledig gerehabiliteerd en wij verwachten van de raad een gebaar dat duidelijk maakt dat wij door deze raad gerehabiliteerd zijn.

Voorzitter,

Het zou kunnen dat dit debat gehoord de beraadslagingen overgaat tot de orde van de dag. Maar dat zou richting de stad een buitengewoon onverstandige keuze zijn. De Hart voor Den Haag kiezer, waarvan er steeds meer komen, verdient op zijn minst een warme reactie op onze uitgestoken hand.

Als er nu geen gebaar wordt gemaakt, zijn de verhoudingen voor de komende drie jaar vergiftigd. Maar dan zullen wij, zoals weekblad Den Haag Centraal omschreef in 2026 des te sterker uit de verkiezingen tevoorschijn komen en zullen de andere partijen ons genadebrood moeten eten.

Voorzitter,

Toch zien we positieve haakjes over de terugkeer in het Haagse college. Uit gesprekken blijkt dat sommige coalitiepartijen de deur op een kier hebben gezet. Daarom willen we in gesprek blijven met de partijen. Immers: uit ieder gesprek kan iets moois komen.

Daarom hebben we ook de nog in te dienen motie van de Partij van de Dieren om een onafhankelijk gespreksleider aan te stellen mede ondertekend. Dat die gespreksleider moet helpen bij het verbeteren van de onderlinge verhoudingen tussen alle partijen in dit stadhuis, de samenstelling van de coalitie en het ontbreken van regels voor partijdonaties vinden wij een dikke prima.

Maar als het voorlopig alleen bij praten blijft, waar wij dus wél zullen aanschuiven, zal de stad, zoals al eerder gememoreerd, daar he-me-maal niks van begrijpen.

En omdat we hier voor de stad zitten, kunnen we in dat geval niet anders dan de oppositiepet weer opzetten en onze groeiende achterban bedienen met de Ombudspolitiek waar zij ons zo om waardeert.

Met de Ombudspolitiek waar overigens ook de rechters zich lovend over uitspraken.

De vredespijp is in handen van de coalitie. Wij horen wel wanneer we deze met elkaar mogen komen roken.