De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 17 mei 2018, ter bespreking van Steekincident Johanna Westerdijkplein.

Constaterende, dat:

  • kort na de moordaanslagen op drie mensen door de burgemeester het volgende is gecommuniceerd: “De man is bij de politie bekend vanwege verward gedrag. Op dit moment zijn er geen signalen dat er meer speelt dan dit”;

Van mening, dat:

  • het benadrukken van het op dat moment ontbreken van nadere signalen ontijdig was, omdat het juist op dat moment van belang was om alle mogelijke motieven van de dader, ook het terroristische motief, nadrukkelijk open te houden, zeker nu blijkt dat de politie begin maart, middels een anoniem briefje, is getipt met de waarschuwing dat de verdachte van plan zou zijn om een terroristische daad te plegen;

Overwegende, dat:

  • de politie op de hoogte is gesteld, maar dat de melding van een mogelijke terroristische dreiging, door een ‘menselijke fout’ in de registratie niet is gedeeld met de top van de politie, het Openbaar Ministerie en de burgemeester;

Van mening, dat:

  • de registratie en communicatie ten aanzien van mogelijke terroristische aanslagen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid en duidelijkheid gepaard dienen te gaan;

Verzoekt het college:

  • de registratie van signalen van (mogelijk) terroristische aanslagen en de crisiscommunicatie sterk te verbeteren;

En gaat over tot de orde van de dag.