Bij bouwontwikkelingen, waarbij de grond in handen is van de initiatiefnemer, ligt de taak om omwonenden te informeren op dit moment bij de ontwikkelaar. ‘Lastige’ bewoners kunnen ze daarbij niet altijd gebruiken want ze willen per slot van rekening ontwikkelen.

Maar inspraak aan de voorkant kan juist enorm veel ellende achteraf voorkomen. Een open en transparante communicatie met de omgeving vergroot namelijk de kans op een breder draagvlak voor het bouwplan. Te vaak gebeurt het toch dat, bij de bespreking van bouwplannen in de Haagse gemeenteraad, blijkt dat de buurt het gevoel heeft onvoldoende te zijn meegenomen in de planvorming. Doordat gevoeligheden niet zijn besproken ontstaat er terechte weerstand vanuit de omgeving tegen het plan. Anders gezegd. Juist omdat omwonenden zich niet betrokken voelen, gaan de hakken alleen maar dieper in het zand.

Het is natuurlijk ook heel gek dat het bij bouwprojecten zo werkt terwijl op andere terreinen bewoners juist een actieve rol vervullen en de gemeente dit ook stimuleert. Hoogste tijd dat de wereld van bouwen en ruimtelijke ordening de betrokkenheid en energie uit de stad ook erkent en het een échte plek geeft. Geen wassen-neus-participatie maar daadwerkelijke inspraak. Nu is het zo dat de gemeente bij bouwprojecten achteraf van omwonenden hoort dat zij niet de kans hebben gekregen hun verhaal te doen. Zij mogen immers pas inspreken als het hele plan al ter besluitvorming voorligt in de raad.

Dat moet anders en dat kan anders. Naar aanleiding van een aangenomen motie van Hart voor Den Haag, heeft het stadsbestuur onderzocht hoe de gemeentelijke rol vergroot kan worden bij participatietrajecten. En die mogelijkheden zijn een stuk ruimer dan ons wordt voorgespiegeld. Zo kan de gemeente de regierol naar zich toetrekken wanneer zij vaststelt dat de participatie niet naar de Haagse maatstaven gebeurt. De gemeente kan zelf participatiebijeenkomsten organiseren in plaats van dit over te laten aan de ontwikkelaar. Wij pleiten ervoor om de bandbreedte van de mogelijkheden ten volle te benutten. Stel voor bouwontwikkelingen een gemeentelijk projectleider aan die als oliemannetje (m/v) opereert tussen omwonenden, ontwikkelaar en stadsbestuur en toeziet op goede participatie. Door op de juiste momenten smeermiddel toe te voegen, gaat de motor soepel lopen en blijven alle betrokkenen aangehaakt voor het broodnodige draagvlak. Zo kan de gemeente ook als een bok op de haverkist zitten bij particuliere initiatiefnemers. Ook zij moeten de belangen van hun omgeving natuurlijk zorgvuldig achterhalen en meewegen.

Benut de kansen die er zijn vooraf, dan kan de gemeente(raad) zich nooit meer overvallen voelen achteraf.

William de Blok

Raadslid Hart voor Den Haag/Groep de Mos