Geachte burgemeester, geachte wethouders,

cc: gemeenteraad 

Den Haag, 14 juli 2025

Betreft: “Open brief kil afwijzen oplossing zaak De Mos en daaruit voortvloeiende (juridische) consequenties” 
 
Met zeer grote teleurstelling heb ik op woensdag 25 juni via ‘onderhandelaar’ raadslid Constant Martini moeten vernemen dat de wethouder, die namens uw college sprak, hem medegedeeld heeft dat uw college bij nader inzien niet tot een oplossing wil komen inzake excuses en/of genoegdoening voor de enorme aan mij en mijn partij toegebrachte schade tijdens het jarenlange proces rondom de zaak De Mos.

Sinds de invallen van 1 oktober 2019 staat mijn leven op zijn kop. Ik ben, ook door een aantal van u, volstrekt ten onrechte belasterd met zware verwijten zoals corruptie, omkoping en deelname aan maar liefst twee criminele organisaties. Ik verloor mijn droombaan, mijn huis, mijn toekomst en mijn goede naam. Mijn partij – en daarmee haar kiezers – werd jarenlang op oneigenlijke gronden uitgesloten van collegedeelname. Maar bovenal hing de zaak De Mos als een zwaard van Damocles boven onze mooie stad. De zaak zorgde voor vergaande polarisatie en ernstig verstoorde politieke verhoudingen. Het is om die reden dat ik, na mijn aankondiging op 1 oktober 2024 om de Staat der Nederlanden en de gemeente Den Haag aansprakelijk te stellen voor de geleden schade door de rechtszaak (1), alles op alles heb gezet om achter de schermen tot een oplossing te komen. Omdat na de aansprakelijkheidstelling ieder initiatief vanuit u achterwege bleef, heb ik zelf het initiatief genomen om er met u uit te komen. Eerst met een gesprek met uw burgemeester en de griffier na de laatste raadsvergadering van 2024, toen met oplossingsgerichte brieven van één van de betrokken advocaten, advocaat Arthur de Groot, aan uw burgemeester (zie bijlagen). Kille afwijzingen vielen mij ten deel. Daarna heeft raadslid Constant Martini via gesprekken met uw burgemeester en de gemeentesecretaris gepoogd alsnog tot een oplossing te komen, met vrij concrete toezeggingen dat die oplossing ook in het verschiet zou liggen. In dat kader werd de zaak De Mos en de zaak Akyol, vanwege het feit dat wij dezelfde advocaten hebben, op verzoek van de burgemeester van elkaar losgekoppeld teneinde dat e.e.a. kennelijk makkelijker te behandelen zou zijn. Stuitend hierbij is de aperte leugen uwerzijds in het Telegraaf-artikel ‘Staat was mijn vijand geworden’ (2), waarin u stelt dat een verzoek van de zijde van de heer Akyol voor een gesprek met de burgemeester bij de gemeente niet bekend is. (zie eerdere bijlagen van onze advocaat en de al sinds 2019 lopende Woo en AVG procedure). Uit bovenstaande blijkt niet alleen het totale gebrek aan leiderschap bij de burgemeester om deze zaak, in het belang van de stad, uit het publieke debat te trekken, ook de verschillende visies binnen het college, dat toch met één mond hoort te spreken, waren tenenkrommend. Waar volgens uw burgemeester één van uw wethouders expliciet voor een oplossing zou zijn gaan liggen, bleek de vork na toevallig tot stand gekomen gesprekken tussen mij en de fractievoorzitter van één der coalitiepartijen, heel anders in de steel te zitten. De betrokken wethouder heeft gesteld dat hij namens het college geen openbare excuses wilde maken voor de vanuit het stadhuis toegebrachte schade aan het adres van mij en mijn partij, maar dat hij wél bereid was om te spreken over een schadevergoeding. Er werd gewerkt aan een oplossing. Een aantal van uw wethouders (de namen zijn bij ons bekend) hadden volgens de wethouder wat extra gesprekken nodig, maar binnen een aantal weken zou er een oplossing liggen, de seinen stonden al op groen bij de gemeentesecretaris. Het jaar na mijn tweede vrijspraak heb ik dus alles op alles heb gezet om in het belang van de stad een interne oplossing voor het geschil te vinden. De laatste weken van juni is mij door leden van uw college een worst voor de neus gehouden alsof een oplossing van het geschil nabij zou zijn. Is dat gedaan uit politieke overwegingen, in het belang van het herbenoemingsproces van de burgemeester of, nóg erger, schept u er genoegen in om met mijn emoties te spelen en gokt u erop dat mijn partij, vanwege mijn onvermijdelijke gang naar de rechter en alle ophef die daarbij komt kijken, wéér wordt uitgesloten van collegedeelname? Hoe het ook zij, het voelt of u mij aan het lijntje gehouden heeft.

Eenmaal uit de wachtkamer, was de douche opnieuw ijskoud. Uw college wil het geschil niet oplossen. Er komen geen, al dan niet vertrouwelijke, excuses. Er komt geen, al dan niet vertrouwelijke, genoegdoening. En er komt ook geen reflectie op het niet beschermen van de onschuldpresumptie door zowel het ambtelijk apparaat als de politiek. Sterker nog, ook in het AD-artikel ‘Ik ben bewust enorm beschadigd’ (3) van afgelopen zaterdag jokt u weer. U stelt alleen dat ik u begin dit jaar heb geïnformeerd over mijn voornemen om de stad aansprakelijk te stellen, terwijl we tot eind juni in gesprek zijn geweest. Ook stelt u dat u geen juridische basis ziet voor een aansprakelijkheidsstelling van de gemeente, dit omdat er voor een wethouder geen recht op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand bij een strafproces bestaat. Hierbij gaat u voorbij aan de wens van de wethoudersvereniging om beschuldigde wethouders beter te beschermen. (4) U gaat echter voorbij aan de door u aangestelde onderhandelende wethouder die tegenover de heer Martini heeft gesteld dat er een zogeheten ‘geitenpaadje’ was gevonden. Overigens behelst de schade niet alleen het gebrek aan juridische bijstand, ook de schade van bewust foutieve informatieverstrekking vanuit het stadhuis richting het journaille wordt nog steeds in hoge mate gevoeld. Meest in het oog springend is het voor de bus gooien van ondernemer Atilla Akyol om mij te beschadigen. Een stadhuisbron meldt, volstrekt ten onrechte, dat dhr. Akyol verdachte was in een witwaszaak. Een aperte onwaarheid, maar de schade was al toegebracht. Maar ook een onwaarheid die tot op de dag van vandaag niet is gecorrigeerd door de gemeente. ‘Vriend en donateur van Richard de Mos was verdachte in groot witwas- en gok-onderzoek’, (5) kopte de krant. Het is ook de schade voor deze smadelijke- en lasterlijke acties vanuit het stadhuis, die u uit eigen beweging had moeten onderzoeken, corrigeren en bij gebrek daaraan: compenseren. Het in rechtspraak vastgelegde beginsel van ‘goed bestuur’ mag de bestuursorganen van de gemeente (burgemeester, college en raad) er niet van weerhouden incidentele fouten te corrigeren, juist fouten die het gevolg zijn van een eigen nalatigheid. Met andere woorden, overheidsinstanties die nalaten de juiste eigen procedures in te voeren of na te leven, mogen volgens die rechtspraak niet profiteren van hun tekortkomingen of hun verplichtingen ontlopen. Het risico van eventuele fouten van een bestuursorgaan moet door dat bestuursorgaan zelf worden gedragen en de fouten mogen niet op kosten van de betrokken personen worden hersteld. Zeker nadat er zo stevig is ingezet op integer besturen. Oud-burgemeester Remkes stelde bij zijn afscheid dat de gemeente Den Haag een betrouwbare partner moet zijn voor bewoners en bedrijven in de stad. En ook een betrouwbare werkgever moet zijn met een werkklimaat waarin het veilig en normaal is om over integriteit en de daarmee samenhangende dilemma’s te praten. (6) Alleen niet als je Richard de Mos heet of lid bent van Hart voor Den Haag, zoals ondernemer Akyol, die vandaag middels een voor hem dure rechtszaak tegen uw gemeente alleen nog maar trachtte informatie boven tafel te krijgen (met een verzoek uit 2019 (!) waar nog steeds nauwelijks op is gereageerd). 

Samenvattend 

Uw volledige gebrek aan empathie en uw afkeer richting mijn persoon zijn zoveel groter dan de wil om de zaak De Mos, voor de stad, voor het herstel van vertrouwen en het verbeteren van de politieke verhoudingen, voor eens en voor altijd te sluiten. Vooropgesteld, Hart voor Den Haag wil, los van deze zaak met alle politieke partijen samenwerken. Ook zetten wij volop in op het verbeteren van de onderlinge verhoudingen. Tegelijkertijd was de voorzitter van het college van procureurs-generaal van het openbaar ministerie, Rinus Otte met zijn ‘De Mos had helemaal niet weggehoeven als wethouder’-quote (7) al klip en klaar. Ik ben ten onrechte en op oneigenlijke gronden van mijn baan beroofd en die baan is mij vervolgens, door structurele uitsluiting, onthouden. Ik kan, na al het mij aangedane leed, nu niet anders dan de juridische weg gaan bewandelen. Ik realiseer mij dat ik op het punt sta grote stappen te zetten, die door de te horen getuigen (waaronder o.a. wethouders en ambtenaren) als ingrijpend kunnen worden ervaren en die ook in de politieke verhoudingen gevoeld zullen kunnen worden. Ik benadruk met klem dat ik bij het halen van mijn recht, genoodzaakt ben deze stappen te zetten. Want er is mij erg veel onrecht aangedaan, zonder dat dat ooit is gecompenseerd. Onrecht met aanzienlijk financieel nadeel en een aanhoudend stevige knak in mijn gezondheid en welbevinden. Ook de grote toegebrachte imago- en reputatieschade naast de stevige carrièreschade zijn funest geweest en worden nog steeds in hoge mate gevoeld.

In de bijgevoegde bijlage wijs ik u erop dat de komende getuigenverhoren en bewijsvergaringsprocedures zullen toezien op vijf clusters.

Het leek mij goed de door mij voorgenomen procedures aan u voor te houden, alleen al om te herhalen wat in de door mijn advocatenteam eerder verzonden aansprakelijkstelling al is vermeld, namelijk de op de gemeente rustende verplichting beschikking te houden over gegevens (informatie, persoonsgegevens, verwerkingen) en bewijsmateriaal. Niet onvermeld kan blijven dat ook onderzoeksjournalisten betrokken zullen worden. Kern hierbij is dat we de onderste steen boven willen, wie wat heeft gedaan of juist niet heeft gedaan. Zeker omdat we een oud-partijbestuurder op beeld hebben die zegt dat een wethouder na mijn val spreekt over ‘het is gelukt’. Over het wat hier gelukt is, wil mijn advocatenteam graag meer weten.

U heeft, of zult, een brief ontvangen vanuit het advocatenteam over wie wij naast de reeds eerder genoemde namen nog verder openbaar willen gaan horen. Medio september volgt dan het definitieve verzoekschrift aan de Rechtbank. We hechten eraan u vast te vermelden dat wij alles in volledige transparantie zullen doen. 

Mocht u in de bovengenoemde aspecten of in de bijlagen alsnog aanleiding zien formeel of informeel een alternatieve geschiloplossing te willen beproeven, dan sta ik daar tot 18 juli aanstaande nog voor open, al was het maar om de stad te behoeden voor een nóg langere nasleep van de zaak De Mos, met alle negatieve gevolgen van dien. 

Hoogachtend, 
Een vrijgesproken Richard de Mos 

*Bijlage: clusters getuigenverhoren en bewijsvergaringsprocedures*

1. Het cluster: opstapinformatie

Het strafvorderlijk dossier vindt zijn oorsprong in meldingen vanuit de gemeente en betrokkenheid van ambtsdragers en ambtenaren. Onder meer die meldingen zijn als opstapinformatie gebruikt, ook voor het afluisteren van gesprekken in café Kafka in het Atrium van het stadhuis. Bij de rechter-commissaris in de strafzaken zijn daar onder meer door de voorgaande burgemeesters, wethouders en ambtenaren verklaringen over afgelegd, maar de achtergrond van die zittingen was een andere dan de toets die ik aan de rechter wil voorleggen en ziet ook op andere personen. Over de juistheid van de feiten en achtergronden zal het advocatenteam aan de betrokkenen als getuigen vragen gaan stellen.

2. Het cluster: rechtspositie wethouders

De achtergronden rondom het opgedrongen aftreden danwel het ontslag van de wethouders zijn nog niet volledig in kaart gebracht. Daarbij wordt betrokken – naast de inkomensderving – de onthouden kosten van rechtsbijstand en het ontbreken van een aanbod tot psychosociale zorg en deskundige begeleiding. Over de juistheid van de feiten en achtergronden zal het advocatenteam aan de betrokkenen als getuigen vragen gaan stellen.
 
3. Het cluster: omgang geheimhouding en cultuur vertrouwelijkheid

Omdat er buiten de directe normadressaten van de geheimhoudingsbepalingen volgens de wetgever nog “allerlei andere personen zijn die de behandeling kunnen meemaken of van het behandelde of  de stukken kunnen kennisnemen” (MvT 1985-1986, 19 403, p. 83, 84) heeft de geheimhouding volgens de wetgever een ruimere doelgroep voor ogen. Er is al een reeks voorbeelden verzameld van de omgang en cultuur rondom geheimhouding binnen de gemeente Den Haag, waaronder de ontbrekende duidelijkheid of informatie over een verplichting tot geheimhouding en de kring van normadressaten. Over de juistheid van de feiten en achtergronden zal het advocatenteam aan de betrokkenen als getuigen vragen gaan stellen.

4. Het cluster: gemeenteraad, college en onschuldpresumptie

Veel persuitingen door (toenmalige) leden van raad en college – buiten de immuniteit – zijn in strijd met de onschuldpresumptie. Noch gemeenteraad, noch college heeft zich rekenschap gegeven van die inbreuken, er is geen terughoudendheid afgesproken, niet proactief, niet actief en niet reactief. Zelfs na de vrijspraken in eerste aanleg en hoger beroep is geen enkele stap gezet om terug te kijken op de omgang met de onschuldpresumptie (met de stevige inbreuken) of een evaluatie met het oog op correctie of lering. Over de juistheid van de feiten en achtergronden zal het advocatenteam aan de betrokkenen als getuigen vragen gaan stellen.

5. Het cluster: voorlichting vanuit bestuursorganen gemeente

In persuitingen zijn citaten opgenomen vanuit de woordvoeringslijn van twee van de drie bestuursorganen van de gemeente (Burgemeester en college). In ten minste drie gevallen is daarbij onjuiste informatie verwerkt (in die zaken loopt het bestuursrechtelijk Woo traject, traag en met horten en stoten). Met het doen horen van de betrokkenen uit die woordvoeringslijn willen wij inzichtelijk maken wie, wanneer op grond van welke bevoegdheid en welke grondslag heeft bijgedragen aan de onjuiste berichten. Over de juistheid van de feiten en achtergronden zal het advocatenteam aan de betrokkenen als getuigen vragen gaan stellen. De vele stadhuisbronnen die onder verantwoordelijkheid van de burgemeester en de gemeentesecretaris willens en wetens schade hebben willen toebrengen aan Team De Mos zullen hierbij ruimschoots aan bod komen, teneinde verantwoording af te leggen over de onjuiste- en valse informatie die zij over mij in de ether hebben gegooid. Een behoorlijk aantal mensen binnen uw college zullen hierbij ook acte de présence moeten geven. 

 
(1) https://nos.nl/artikel/2539238-richard-de-mos-stelt-staat-en-gemeente-aansprakelijk-voor-schade-door-rechtszaak
 
(2) https://www.telegraaf.nl/binnenland/haagse-ondernemer-atilla-akyol-58-werd-beschuldigd-van-witwassen-ze-hebben-mij-kapotgemaakt/70067942.html

(3) https://www.ad.nl/binnenland/de-mos-verkocht-huis-om-advocaat-te-betalen-geen-huilie-huilie-verhaal-maar-gevecht-voor-eerherstel~aef5f8d2/

(4)  Wethoudersvereniging: bescherm beschuldigde wethouder beter

(5) https://www.ad.nl/den-haag/vriend-en-donateur-van-richard-de-mos-was-verdachte-in-groot-witwas-en-gok-onderzoek~a1e1a0d4/

(6) https://www.omroepwest.nl/nieuws/4696191/remkes-teleurgesteld-haagse-raad-pakte-discussie-over-integriteit-in-stadhuis-niet-op

(7) https://www.ad.nl/den-haag/baas-van-om-richard-de-mos-had-helemaal-niet-weg-gehoeven-als-wethouder-van-den-haag~afc71660/