Motie Denktank

 

De gemeenteraad van Den Haag op 23 november 2017 bijeen ter bespreking van van het standpunt van het college inzake het advies van de Denktank lijn 1 spoorvervanging Scheveningseweg (RIS 297275).

Overwegende dat:

 

•          In april 2016  een Denktank van vertegenwoordigers van wijk- en maatschappelijke organisaties is geïnstalleerd om de gemeente te adviseren over hoe de spoorconstructie tussen de Burgemeester Van Karnebeeklaan en de Duinstraat kan worden vervangen met behoud van zoveel mogelijk bomen.

 

•          Tijdens het proces alle leden van de Denktank ervan overtuigd zijn geraakt dat de huidige spoorconstructie aan het einde van zijn levensduur is en dat zonder ingrijpen de tramexploitatie op de Scheveningseweg in gevaar komt.

 

•          Tevens overeenstemming is  over de gehanteerde breedte voor de beide nieuwe funderingsconstructies: 5.85 meter bij middenmast en 5.55 meter bij zijmast.

 

•          Deze maten geschikt zijn voor breed en smal materieel.

 

•          Denktank drie mogelijke varianten op schetsniveau heeft uitgewerkt:

– twee varianten gaan uit van spoorligging op dezelfde plaats als nu, waarvan een op een nieuw ontwikkelde funderingsconstructie;, waarbij de wortels vrijwel niet beschadigd worden.

– een variant gaat uit van het verschuiven van het spoor in twee betonnen bakken met 1 meter richting boszijde, met masten tussen beide betonbakken. Voor deze ligging is de Denktank uitgegaan van een bekend type constructie. Hiervoor moet een diep cunet gegraven worden, waarbij de wortels van bomen ter plaatse verwijderd worden en bomen naast de betonnen bak ernstig beschadigd worden.

 

•          er geen unaniem advies van de Denktank is:

Vijf van de twaalf denktankleden kiezen voor een nieuw te ontwikkelen constructie (stalen palen naast de bestaande poeren) op dezelfde plek als

de huidige sporen, waarbij de poeren in de grond blijven (variant 2).

Zeven leden van de Denktank kiezen voor de variant met verschoven ligging, waarbij de rails in 2 betonnen bakken ongeveer 1 meter richting boszijde verschuiven zodat 3.60 m ruimte wordt gecreëerd voor bestaande en nieuwe bomen tussen weg en spoorconstructie (variant 1).

 

•          De aantallen te behouden bomen ter discussie staan omdat er geen Bomen Effect Analyse (BEA) is uitgevoerd om het exacte aantal te rooien en te behouden bomen in kaart te brengen.

 

•          De kosten van beide alternatieven onvoldoende zijn doorgerekend.

 

Voorts Overwegende dat;

 

•          Het college kiest voor de variant met betonnen bakken in verschoven ligging.

 

•          Het college heeft besloten om de variant met betonnen bakken in verschoven ligging verder tot een voorontwerp uit te werken.

 

•          Het college in deze variant meer dan de helft van de 323 bomen zal moeten kappen, terwijl bij alternatief 2 slechts enkele tientallen bomen moeten verdwijnen.

•          Het college alternatief 2 naast zich heeft neer heeft gelegd.

 

Verzoekt het college:

Ook variant 2 (een nieuw te ontwikkelen constructie op dezelfde plek als

de huidige sporen, waarbij de poeren in de grond blijven) tot een voorontwerp uit te werken. Waarbij de risico’s op duurzaamheid en de uitkomst van de Bomen Effect Analyse belangrijke criteria zijn in beide VO’s.

 

 

En gaat over tot de orde van de dag,