De gemeenteraad van Den Haag in vergadering bijeen op 14 december 2017 ter bespreking van de brief wethouder SWDC over Bouwkundig Splitsen (RIS298458).

 

Constaterende dat,

  • voor een bouwkundige splitsing zoals bedoeld in afdeling 5.1 en 5.2 van de Haagse huisvestingsverordening altijd een (omgevings-)vergunning nodig is;
  • er in verschillende bestemmingsplannen regels vermeld staan die van invloed zijn op bouwkundig splitsen;
  • het college van deze regels kan afwijken door het verlenen van een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (‘Wabo’) waarbij van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken (‘kruimelvergunning’);
  • deze vergunning kan worden verleend in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (de ‘kruimellijst’, artikel 4 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, ‘Bor’);
  • een kruimelvergunning, anders dan een ‘uitgebreide’ omgevingsvergunning, niet hoeft te zijn voorzien van een ‘goede ruimtelijke onderbouwing’.

Overwegende dat,

  • het verlenen van een ‘kruimelvergunning’ een discretionaire bevoegdheid is van het college en dus geen verplichting.

Van mening dat,

  • de verkorte procedure van de kruimelregeling, om af te kunnen wijken van het bestemmingsplan, niet gebruikt moet worden voor woningsplitsing of woningvorming in het geval dat geen sprake is van nieuwbouw.

Verzoekt het college,

  • om voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor woningsplitsing of woningvorming indien geen sprake is van nieuwbouw, geen ‘kruimelvergunning’ te verlenen op grond van de kruimellijst zoals genoemd in artikel 4 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, ‘Bor’.

 

En gaat over tot de orde van de dag,