Van Haga en De Mos willen passend alternatief kleinschalige demo’s voor Kamergebouw: “Laagdrempelig contact met volksvertegenwoordigers is zeer belangrijk.” 
De Tweede Kamer moet verbouwd worden, dus ons parlement is tijdelijk verhuisd. Wat blijkt? Voor onze tijdelijke nieuwe Tweede Kamer mag niet gedemonstreerd worden. 718 miljoen gaat de verbouwing van het Tweede Kamergebouw kosten, maar blijkbaar is er geen geld opzij gezet voor een degelijke protestplek. Dat moet beter vinden Tweede Kamerlid Wybren van Haga (Belang van Nederland) en gemeenteraadslid Richard (Hart voor Den Haag): “Demonstratierecht is een fundamenteel recht.” 
Van lobbyist Oliver van Loo hebben beide volksvertegenwoordigers vernomen dat er voor het nieuwe Tweede Kamergebouw, anders dan op het Plein, nauwelijks ruimte is om te demonstreren. “Kamerleden in hun directe omgeving aanspreken op het beleid dat zij voor Nederland uitstippelen, hoort bij een democratie zoals de onze. Een slechte zaak dat er bij de tijdelijke verhuizing niet is nagedacht hoe demonstreren dichtbij de werkplek van de Kamerleden de komende jaren mogelijk kan blijven”, aldus Van Haga en De Mos, die middels schriftelijke vragen opheldering willen van zowel het kabinet als het stadsbestuur van Den Haag. 
“Het is een grondrecht om te demonstreren” aldus Van Haga en De Mos, die een alternatief willen zien om kleinschalige demo’s en het ontvangen van delegaties voor het nieuwe Tweede Kamergebouw alsnog mogelijk te maken. “Er moet laagdrempelig en gemakkelijk contact met volksvertegenwoordigers gelegd kunnen blijven worden. Ook bij het nieuwe Tweede Kamergebouw.”  


Breder perspectief 


Van Loo zet de ontwikkeling in een breder perspectief: “Het is toch wel frappant: eerst wordt het referendum om zeep geholpen, vorig jaar besloot het presidium van de Tweede Kamer dat bezorgde burgers terwijl de samenleving piepte en kraakte, geen petities meer aan de Kamer mochten aanbieden en faciliteerde de Beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA) tijdelijk online petitieaanbiedingen totdat de Kamer dat zelf mogelijk maakte, en nu wordt er getornd aan het recht op demonstreren”, aldus de lobbyist.

“Het is nu aan het kabinet en het stadsbestuur van Den Haag om de ontstane zorgen over de uitholling van de democratie te weerleggen”, stellen Van Haga en De Mos. 

Lees hier onze schriftelijke vragen


Vragen van het lid Van Haga aan minister Knops (verantwoordelijk voor de verbouwing van het Binnenhof) inzake het inperken van het demonstratierecht voor de ingang van de nieuwe Tweede Kamer 

  1. Heeft u kennisgenomen van het artikel van de Nieuws BV (1)?
  2. Bent u van mening dat artikel 9 van de grondwet, te weten het demonstatierecht, van belang is?
  3. Artikel 9 van de Grondwet voorziet erin dat mensen in de samenleving hun zorgen, onvrede of wensen, kenbaar kunnen maken aan de volksvertegenwoordigers. Hoe waardeert u dit grondrecht?
  4. In welke mate is bij het kabinetsbesluit over de vijf en een half jaar tijdelijke Tweede Kamer rekening gehouden met het recht op demonstratie? Is het Presidium van de Tweede Kamer daarin geconsulteerd, of heeft het Presidium van de Tweede Kamer proactief hierin een rol vervult? 
  5. Klopt het dat de Gemeente Den Haag in mei 2021 een geactualiseerd demonstratiebeleid heeft uitgevaardigd? In hoeverre wordt hierin het recht op demonstreren, in de internationale stad van recht en vrede, beperkt t.o.v. de visite versie?
  6. Of en op welke manier heeft het Presidium van de Tweede Kamer, en op welke momenten sinds het verhuisbesluit in 2015 een bijdrage geleverd om het demonstratierecht tot zijn recht te laten komen?
  7. Kunt u bevestigen dat – conform de geactualiseerde versie van het demonstratiebeleid- alleen gedemonstreerd kan worden aan twee drukke autowegen, en niet vóór het parlement? Zo ja, hoe maakt u dat tot een veilige demonstratiezone? 
  8. In hoeverre is het kabinet en de Tweede Kamer betrokken geweest bij de actualisatie?
  9. Welke inbreng is er vanuit het Ministerie van Binnenlands Zaken, als dienaar van de grondwet, aangereikt bij de actualisatie van het demonstratieplan van de gemeente Den Haag?   
  10. Deelt u met ons de mening dat wanneer Den Haag, de stad van vrede en recht, het grondrecht om te demonstreren beperkt voor de bevolking ivm de verbouwing va het parlement, waarbij het kabinet de instemming heeft gegeven, dit een slechte voorbeeld is voor veel landen met die wij de maat nemen op het gebied van mensenrechten? 
  11. In hoeverre deelt u met ons de zorgen dat wanneer Nederland zelf democratische grondrechten niet verzorgt, dit tot erosie van mensenrechten?
  12. Bent u bereid om een passend alternatief scenario te ontwikkelen voor zowel het realiseren van (kleinschalige) demonstraties als het ontvangen van delegaties voor het Kamergebouw? Zo, ja wilt u dit doen in samenspraak met de gemeente Den Haag, het presidium van de Tweede Kamer en actoren in de samenleving die aandacht vragen van het parlement?
  13. Vindt u ook dat bij uitstek op de Tweede Kamer een positieve verplichting rust om het recht op demonstratie alsmede het ontvangen van delegaties te faciliteren en mogelijk te maken?