Voortgangsrapportage jeugdhulp 2015.

Een onderwerp waar uitgebreid over gesproken is. Er gaan veel dingen goed, er gaan ook een aantal dingen niet goed.

Van een aantal zorgaanbieders is nog niet bekend welke jeugdhulp zij leveren. Dat maakt zicht op het budget mistig.

Dat bijna 88% van de jeugdhulptrajecten is afgesloten met een positief resultaat verdient een woord van waardering.

De wachtlijst voor gezinnen is dalende, dat is een gevolg van de uitbreiding van capaciteit van de jeugdteams. Er is wel sprake van schaarste op de arbeidsmarkt in deze sector en de opleiding vergt geruime tijd.

De preventieve inzet van de jeugdteams vertaalt zich niet naar een dalende wachtlijst. Dat roept vraagtekens op.

Het aantal meldingen Veilig Thuis (huiselijk geweld) loopt op. Dat vindt Groep De Mos alarmerend. De vraag rijst of er een verband is met de landelijke campagne tegen huiselijk geweld op radio, tv en dagbladen het houdt niet op. Niet vanzelf.

In dat licht bezien is het stopzetten van de landelijke campagne op verzoek van een aantal regio’s onbegrijpelijk. Het verzoek is gedaan, omdat een aantal organisaties de aanvragen niet aankunnen.

De wethouder verzekerde ons dat zo’n verzoek niet uit Den Haag komt.

Er is sprake van oplopend ziekteverzuim. Gevraagd naar de oorzaak hiervan – het zou wel eens kunnen gaan om te hoge werkdruk – antwoordde de wethouder dat het voornamelijk gaat om blijde redenen.

En is dan ook per werkneemster tijdelijk.

Veilig Thuis zoekt naar ketenpartners en hier moeten flinke stappen worden gezet, aldus de wethouder.

In absolute zin ontvangen jeugdigen in Escamp de meeste zorg van de jeugdteams.

Gevraagd of de jongerenwerkers van welzijnsinstellingen in dat stadsdeel hiervan op de hoogte zijn en zo nee, of wederzijdse informatie een bepaalde samenwerking kan bevorderen.

 

Perinatale sterfte.

Het percentage sterfte was in Den Haag 1,4 hoger dan landelijk. Het daalde in de periode 2009-2014 van 11,0 promille naar 8,7 promille.

Een goede insteek, maar we zijn er nog niet, want het sterftecijfer is nog steeds hoger dan landelijk.

De sterfte is het hoogste in wijken met een lage sociaal economische status en naar afkomst het hoogst onder Creoolse vrouwen. De wethouder zet onverminderd in op een stevige aanpak in voorlichting, preventie en samenwerkende organisaties.