De Mos: ‘Extra ogen in de openbare ruimte zijn geen overbodige luxe’

Twintig jaar geleden was het ambt van postbode een druk bestaan. De PTT, de voorloper van PostNL, bezorgde maar liefst zeven miljard poststukken per jaar. Aan deze drukte kwam rond de eeuwwisseling een eind. Toen ontdekte het grote publiek internet en e-mail. Brieven, ansichtkaarten en papieren bankafschriften verdwenen uit de postzak; reclamedrukwerk werd vervangen door elektronische reclame. Om te voorkomen dat de overgebleven postbezorgers van PostNL straks allemaal op straat komen te staan, zijn er in diverse gemeenten projecten gestart waar de postbode wordt ingezet als extra paar ogen of als aanspreekpunt voor ouderen. “En dat is precies wat we ook in Den Haag moeten doen”, aldus Hart voor Den Haag fractievoorzitter Richard de Mos, die stelt dat PostNL met de bezorger iets kan leveren dat in onze snelle samenleving steeds schaarser wordt: ‘Menselijk contact’.

Hart voor Den Haag stelt dat het geen overbodige luxe is om extra ogen in de Haagse openbare ruimte te creëren. Overwoekerde plantsoenen, scheefliggende stoeptegels, hondenpoep en zwerfvuil op straat en overvolle containers, zijn helaas ook in onze stad meer regel dan uitzondering.
“Hoe gaaf zou het zijn dat postbodes hun baan kunnen behouden, als zij worden ingezet om onze straten en plantsoenen er picobello uit te laten zien, doordat zij misstanden direct kunnen melden bij de gemeente”, aldus De Mos, die van de gemeente wil weten of zij met PostNL in gesprek wil om Haagse postbodes in te zetten tégen eenzaamheid en voor het verbeteren van de openbare ruimte.”Wij hadden dit plan al in ons verkiezingsprogramma staan, Rotterdam laat zien dat het kan. Vijftien speciaal opgeleide postbodes in Rotterdam gaan het doorgeven als zij op hun bezorgronde eenzame inwoners tegenkomen. Het gaat om een proef in de wijk Hillegersberg-Schiebroek, die tot het eind van het jaar duurt. Laten we in Den Haag dit initiatief volgen”.

Lees hier onze schriftelijke vragen