Raadslid William de Blok: ‘Het stadsbestuur heeft de mond vol van participatie, maar voor deze mensen lijkt het onmogelijk om met de gemeente in gesprek te komen!’

Wilma Koelmoes van het Haaglanden Huisdieren Crematorium (HHC) is ten einde raad, sinds 2015 maakt de gemeente Den Haag haar bedrijfsvoering lastig door met steeds andere vergunningseisen te komen waardoor ze niet meer weet waar ze aan toe is. Al ruim 30 jaar is het HHC gevestigd aan de Orionstraat in het Haagse industriegebied de Binckhorst, een gebied waar nu naast industrie ook nieuwbouw van woningen worden ontwikkeld.

Het dierencrematorium heeft een aantal ontvangstruimten en een gedeelte waar twee verbrandingsovens staan opgesteld waar twee schoorstenen door het dak de verbrandingsgassen worden afgevoerd. Op het terrein van het crematorium bevind zich ook een opslag voor dode dieren die wekelijks worden afgevoerd naar een destructiebedrijf. Het gedoe met de gemeente begint in 2015 wanneer Wilma Koelmoes een tweede verbrandingsoven in gebruik neemt, bij controle in 2018 werd er door de omgevingsdienst Haaglanden gezegd dat een omgevingsvergunning nodig is voor de opslag van de destructies. Er is gedreigd met handhaving en zelfs bestuurlijke dwang. Uiteindelijk blijkt dat er geen omgevingsvergunning nodig is. Bovendien is het de gemeente zelf geweest die na enkele jaren na het sluiten van het slachthuis in 1985 het crematorium heeft aangewezen als destructiedepot, hebben vervolgens 1x per week de destructies zelf opgehaald en uiteindelijk een contract met een destructiebedrijf afgesloten.

Kennelijk is er niemand meer op het Haagse stadhuis van deze afspraken en contracten op de hoogte, het crematorium wordt gesommeerd een nieuwe omgevingsvergunning aan te vragen. Koelmoes laat het daar niet bij zitten en gaat de strijd aan. Dan volgen er een aantal jaren waar er door ambtenaren van de gemeente toezeggingen worden gedaan die vervolgens na vertrek van deze ambtenaren door hun opvolgers weer teniet werden gedaan. Zelfs de gemeentelijke ombudsman tikt een ambtenaar om deze reden op de vingers. Dit gesteggel duurt tot op de dag van vandaag. Koelmoes wil het niet hardop zeggen maar het heeft er de schijn van dat het stadhuis van het crematorium af wil, er wordt druk gebouwd in de omgeving en daar past geen destructieopslag en crematoriumschoorsteen met een ‘luchtje’.

Wilma Koelmoes snapt dat wel; “Als je gemeente ons liever ziet vertrekken vanwege de overlast met de huidige nieuwbouw van woningen, kom daar dan met mij over praten, dan zoeken we naar een nieuwe locatie waar ik mijn bedrijf voort kan zetten. Wees daar dan ook gewoon eerlijk over en ga niet de bedrijfsvoering hier onmogelijk maken door met omgevingsvergunningen te dreigen. Ik ben gewoon bereid om aan een oplossing mee te denken”.

Deze opstelling van de gemeente schiet Hart voor Den Haag-raadslid William de Blok in het verkeerde keelgat; “Het stadsbestuur heeft de mond vol van participatie, maar hoewel het huisdieren crematorium vol goede wil is lijkt het voor hen onmogelijk om met de gemeente in gesprek te komen. Het is de omgekeerde wereld!”

Ook collega-raadslid René Oudshoorn (dierenwelzijn) vindt dat er snel een oplossing moet komen en dat in ieder geval dat de gemeente in gesprek gaat met Wilma Koelmoes; “Dit crematorium doet belangrijk werk, voor veel mensen is dit laatste gang met hun geliefde overleden huisdier. Tijdens ons bezoek aan het crematorium hebben we het verdriet gezien wat mensen daarbij hebben. Het is ook merkwaardig dat de gemeente geen actieve herinnering meer heeft aan hun eigen afspraken rond de destructie, die contracten moeten toch gewoon ergens op papier staan in het IJspaleis?”

De raadsleden van de lokale politieke partij Hart voor Den Haag / Groep de Mos, William de Blok en René Oudshoorn willen opheldering van het stadsbestuur en stellen schriftelijke vragen.

Lees hier onze schriftelijke vragen