Raadslid Ralf Sluijs: “Kleine moeite en de oliebollenverkopers kunnen de extra omzet goed gebruiken”

Eigenaren van oliebollenkramen in Den Haag willen ook dit jaar graag eerder open om extra omzet te draaien. De ondernemers mochten afgelopen twee jaar vanwege corona in oktober al open in plaats van 1 november. Wat Hart voor Den Haag betreft wordt de regeling zelfs permanent. “Een oliebolletje gaat er altijd wel in!”

Raadslid Ralf Sluijs was deze week bij Fred Steenwijk van Vermolens Snackcar en bekend oliebollenbakker aan de Loosduinsekade. “Namens alle Haagse oliebollenbakkers vraag ik om de ambulante verkoop ook dit jaar weer een maandje eerder toe te staan”, zegt Steenwijk. De coronacrisis is weliswaar voorbij, maar voor veel ondernemers is het nog steeds moeilijk om rond te komen. Zo zijn onder meer de kosten voor olie en meel enorm toegenomen. Maar ook de leveranciers van snacks vragen meer geld. Door eerder te starten met de oliebollenverkoop, kan er toch wat extra geld worden verdiend. “Ik wil ook mijn energierekening kunnen betalen”, zegt Steenwijk. Ook Sluijs wil namens de grootste partij in de gemeenteraad, dat het stadsbestuur de ondernemers tegemoet komt. “Kleine moeite en de oliebollenbakkers kunnen de extra omzet goed gebruiken. Een oliebolletje gaat er altijd wel in!”, zegt Sluijs die benadrukt dat de meeste ondernemers in de zomer op de kermis staan en nog steeds financieel onder druk staan. “Het is dus gewoon nog steeds hard nodig.” Als het aan Hart voor Den Haag ligt, krijgen de ondernemers zelfs elk jaar toestemming om op 1 oktober  te beginnen met hun verkoop. “Net als in buurgemeenten zoals Rijswijk en Wateringen.”

Hart voor Den Haag stelt schriftelijke vragen.